Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
2. [eiser 2] ,
3. [eiser 3] ,
4. [eiser 4] ,
5. [eiser 5] ,
6. [eiser 6] ,
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 4 augustus 2020;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 22 oktober 2020, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de aantekening dat de mondelinge behandeling is gehouden op 10 december 2020;
- de spreekaantekeningen van mr. Severijn;
- de pleitnota van mr. De Hek;
- de overgelegde producties.
2..De vaststaande feiten
De maatregelen die de rijksoverheid heeft getroffen om verdere verspreiding van het Corona-virus te voorkomen, hebben grote invloed op [gedaagde] en onze klanten.
Iedere medewerker van [gedaagde] die valt onder het AVSN, OAR of AVR levert eenmalig een deel van zijn/haar vakantiesaldo in:
10% van de vakantie-uren welke worden opgebouwd in 2020 (dat is 20u bij een fulltime-contract)
20% van nog niet opgenomen vakantie-uren die zijn opgebouwd in 2019
30% van nog niet opgenomen vakantie-uren die zijn opgebouwd in 2018 of eerder.
De algemene salarisverhogingen conform de cao WTG van 1 april en 1 oktober 2020 worden door geschoven naar januari 2021.
(…)
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling van de vordering
Het gaat bij de toepassing van artikel 7:613 BW dus om een belangenafweging, waarbij geldt dat een arbeidsovereenkomst alleen ten nadele van de werknemer kan worden gewijzigd indien voldoende zwaarwegende belangen aan de zijde van de werkgever dat rechtvaardigen. Bij deze belangenafweging wordt in het gegeven geval voor het doorvoeren van de wijziging vereiste gewicht van de belangen van de werkgever mede bepaald door het gewicht van de belangen van de werknemer die daar tegenover staan."
6..De beslissing
donderdag 13 mei 2021 om 10.00 uurvoor akte uitlaten aan de zijde van [gedaagde];