Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De verdere beoordeling
3..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de kantonrechter op 9 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Schuurman Consumentenelektronica B.V. en Marnie B.V. De procedure volgde op een tussenvonnis van 12 februari 2021, waarin Schuurman was opgedragen bewijs te leveren van de stelling dat Marnie de bestellingen had geplaatst en ontvangen. Schuurman heeft echter geen aanvullend bewijs geleverd en verklaarde wegens bewijsnood af te zien van verdere bewijslevering. Hierdoor is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat Schuurman niet in haar bewijsopdracht is geslaagd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de afspraak tussen partijen dat bestellingen voorafgaand aan de levering door Marnie giraal betaald dienden te worden. Gezien de gemotiveerde betwisting van Marnie en de door Schuurman overgelegde stukken, is niet komen vast te staan dat Marnie de producten heeft besteld en ontvangen. De vordering van Schuurman is daarom afgewezen, omdat zij niet heeft voldaan aan haar bewijslast.
Als gevolg van deze uitspraak is Schuurman als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die voor Marnie op nihil zijn vastgesteld, aangezien Marnie zich niet door een gemachtigde heeft laten bijstaan. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken.