In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Politieke Vereniging 'Echt voor Ridderkerk' (PVE) en een voormalig gemeenteraadslid, aangeduid als [gedaagde]. PVE vorderde betaling van een bedrag van € 826,56, bestaande uit een bijdrage voor de verkiezingscampagne en jaarlijkse contributies, die volgens de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging verschuldigd zouden zijn. De gedaagde had echter zijn lidmaatschap opgezegd en betwistte de afdwingbaarheid van de vordering, met een beroep op artikel 27 van de Gemeentewet, dat bepaalt dat leden van de gemeenteraad stemmen zonder last.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verplichtingen tot betaling van de jaarlijkse contributie en de bijdrage aan de verkiezingscampagne niet afdwingbaar zijn. Dit is gebaseerd op de opvatting dat afspraken die in strijd zijn met het vrije mandaat van volksvertegenwoordigers niet juridisch afdwingbaar zijn. De rechter verwijst naar eerdere rechtspraak en de opvattingen van de (toenmalige) regering over de rechtspositie van politieke ambtsdragers, die bevestigen dat dergelijke afspraken niet bij de rechter kunnen worden afgedwongen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van PVE afgewezen en PVE veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, vastgesteld op € 248,00. Dit vonnis benadrukt de onafhankelijkheid van volksvertegenwoordigers en de niet-afdwingbaarheid van partijafdrachten.