Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het geschil
€ 101,37 +
3..De beoordeling
4..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Turien & Co. Assuradeuren B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert, voor de betaling van een verzekeringspremie. De vordering betreft een bedrag van € 761,09, dat bestaat uit een hoofdsom van € 652,34, wettelijke rente en incassokosten. Turien & Co. stelt dat de gedaagde op basis van een verzekeringsovereenkomst verplicht was om de motorrijtuigenverzekeringspremie te betalen voor de periode van 13 april 2020 tot en met 13 oktober 2020. De gedaagde heeft echter aangevoerd dat het voertuig waarvoor de verzekering was afgesloten, vanaf 11 juni 2020 is geschorst, en dat hij daarom geen premie meer verschuldigd zou zijn.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel een geschorst kenteken niet meer verzekerd hoeft te zijn, dit niet automatisch betekent dat de verzekeringsovereenkomst beëindigd is. De gedaagde heeft niet aangetoond dat hij de verzekering daadwerkelijk heeft stopgezet. Daarom blijft hij de verzekeringspremie verschuldigd tot het moment dat Turien & Co. de verzekering heeft doorgehaald. De vordering van Turien & Co. is toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat aan de wettelijke vereisten is voldaan. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 852,09.
De kantonrechter heeft in zijn beslissing de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P. Joele op 6 mei 2021.