In deze zaak vordert eiseres, die via gedaagde heeft belegd in CFD-trading, een verklaring voor recht dat de overeenkomst met gedaagde is vernietigd, dan wel om deze te vernietigen. Eiseres stelt dat er sprake is van oneerlijke handelspraktijken. De rechtbank had eerder eiseres als consument aangemerkt en zich bevoegd verklaard ondanks een forumkeuzebeding. Eiseres vreest executie van een Cypriotisch verstekvonnis en vraagt om een voorlopige voorziening tot een tijdelijk executieverbod. De rechtbank oordeelt dat eiseres voldoende belang heeft bij de gevraagde voorziening, omdat er een reëel risico bestaat dat zij bij verstek veroordeeld kan worden in de Cypriotische procedure. De rechtbank wijst de vordering tot een tijdelijk executieverbod toe, omdat de belangen van gedaagde niet worden geschaad door deze ordemaatregel. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident. De hoofdzaak wordt verwezen naar de rol voor een mondelinge behandeling.