Op 6 april 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp voor drie minderjarigen, [naam kind 1], [naam kind 2] en [naam kind 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd door gedragsproblemen en dat hulpverlening in een gedwongen kader noodzakelijk is. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen en om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor [naam kind 1]. De moeder van de kinderen heeft bezwaar gemaakt tegen de verzoeken, terwijl [naam kind 1] ook zijn voorkeur heeft uitgesproken om niet in een gesloten setting geplaatst te worden.
De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder en de minderjarigen zijn gehoord. De moeder heeft aangegeven dat zij slechte ervaringen heeft met gesloten jeugdhulp en dat zij het vertrouwen in de hulpverlening is kwijtgeraakt. [naam kind 1] heeft aangegeven dat hij liever thuis zou willen zijn, maar dat hij ook bereid is om veranderingen in zijn gedrag aan te brengen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen van de GI terecht zijn en dat de kinderen, vooral [naam kind 1], baat hebben bij een gestructureerde omgeving.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd tot 10 april 2022 en een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor [naam kind 1] van 6 april 2021 tot 6 oktober 2021, met aansluitend een machtiging tot uithuisplaatsing in een drie milieus voorziening. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.