Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2021 in de zaak tussen
[eiseres] te [plaats] , eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Procesverloop
Overwegingen
U moet passende maatregelen nemen ter verbetering van het dierenwelzijn op uw bedrijf. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan aanpassingen op het gebied van het klimaat in de stal, het strooisel, de voersamenstelling en/of de watervoorziening. Het nemen van deze maatregelen is een verplichting die automatisch op u rust op grond van artikel 2.53 lid 1 van het Besluit houders van dieren.[…]
Als een toezichthoudend dierenarts van de NVWA binnen een jaar na dagtekening van deze brief weer vast stelt dat er onacceptabele dierenwelzijnsafwijkingen zijn bij een koppel vleeskuikens afkomstig van dezelfde locatie en stal, wordt aan u een bestuurlijke boete opgelegd. Dit wijst er immers op dat u geen passende maatregelen heeft genomen ter verbetering van het dierenwelzijn in deze stal.”
Ik, dierenarts werkzaam bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), stond tijdens de post mortem (PM) keuring van 6.15 uur tot 6.20 uur aan de Panklaar-lijn. Ik zag aan en stelde hier bij de voorbijkomende vleeskuikenkarkassen van het koppel de volgende afwijkingen vast:
Ik zag vleeskuikens met ernstige voetzoollaesies aan de poten. De door mij vastgestelde voetzoollaesiesscore was 198 punten. De vaststelling van deze score is gebaseerd op de werkwijze aangegeven in artikel 6.5 van de Regeling houders van dieren.
Ik zag minimaal 300 vleeskuikens met ernstige hakdermatitis.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover dat ziet op de hoogte van de boete;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit;
- herroept het primaire besluit, voor zover dat ziet op de hoogte van de boete;
- stelt de boete vast op € 2.700,-;
- bepaalt dat de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) aan eiseres het betaalde griffierecht van € 345,- vergoedt;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 267,-.