Op 13 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek van het CIZ voor een rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf van een cliënt met het Syndroom van Korsakov en antisociale persoonlijkheidsproblematiek. Het verzoekschrift van het CIZ werd op 26 maart 2021 ingediend, met bijlagen waaronder een indicatiebesluit en medische verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum zijn zowel de cliënt als zijn advocaat en een specialist ouderengeneeskunde gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening die leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De cliënt is niet in staat tot zelfzorg en heeft intensieve zorg nodig, die momenteel wordt geboden in een zorginstelling. De rechtbank concludeert dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is.
De advocaat van de cliënt heeft verzocht om de duur van de machtiging te verkorten tot twee jaar, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De machtiging tot voortzetting van het verblijf is verleend voor de duur van vijf jaar, tot en met 13 april 2026. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter C.H. van Breevoort-de Bruin en schriftelijk uitgewerkt op 20 april 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.