Op 14 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een klacht die door verzoeker was ingediend bij de Klachtencommissie Parnassia Groep. De klacht was gericht tegen de beslissing van de zorgverantwoordelijke om verplichte zorg te verlenen, waaronder gedwongen opname, dwangmedicatie en separatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend en dat de klachtencommissie op 4 maart 2021 de klacht ongegrond had verklaard. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 april 2021 zijn zowel verzoeker als de betrokken psychiaters gehoord.
De rechtbank heeft de klacht van verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg voldeed aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. Verzoeker had ernstige bijwerkingen van de medicatie en betwistte de noodzaak van de verplichte zorg, maar de rechtbank oordeelde dat de zorgverantwoordelijke voldoende had aangetoond dat de gedwongen opname en medicatie noodzakelijk waren om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verklaarde verzoeker gedeeltelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek en wees de klacht ongegrond. Het verzoek tot schorsing van de verplichte zorg werd eveneens afgewezen.
De beschikking is mondeling gegeven op 14 april 2021 en schriftelijk uitgewerkt en getekend op dezelfde dag. De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.