Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking beëindiging gezag, ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
[naam minderjarige] ,
[naam moeder] ,
mr. D.S. LÖSING,
[naam vader] ,
Het procesverloop
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,
De feiten
Het verzoek van de Raad
Het standpunt van de Raad
De standpunten
Het verzoek van de GIT.a.v. zaaknummer C/10/575384 / JE RK 19-1756:
Het standpunt van de belanghebbende
De beoordeling
kanbeëindigen, indien aan de voorwaarden wordt voldaan. De rechtbank is hiertoe niet gehouden. Los van de vraag of aan de voorwaarden voor een gezagsbeëindiging van de moeder is voldaan, is de rechtbank van oordeel dat gezien de leeftijd van [voornaam minderjarige] haar mening zwaar moet meewegen in de te nemen beslissing. [voornaam minderjarige] heeft veel meegemaakt in haar leven, heeft veel verlieservaringen gekend en is zeer stelling in haar mening dat zij wenst dat haar moeder het gezag over haar behoudt. Over tweeëneenhalf jaar zal [voornaam minderjarige] meerderjarig zijn en zelf haar beslissingen kunnen nemen. Al zeven jaar lang woont zij niet meer thuis, deels middels kinderbeschermende maatregelen, deels via het vrijwillige kader. De rechtbank is van oordeel dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] geen (extra) gevaar loopt indien de huidige situatie gehandhaafd blijft, waarbij zij langdurig bij Pluryn woont, omgang heeft met de ouders en haar broer en zus en waarbij de GI de ondertoezichtstelling uitvoert om als neutrale derde de situatie te monitoren. Er zijn geen zorgen over de medewerking van de ouders aan het beleid van Pluryn en de GI ten aanzien van [voornaam minderjarige] . De kans dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] in gevaar komt door een gezagsbeëindiging van de moeder tegen de stellige wens van [voornaam minderjarige] in, is daarentegen reëel. Het zal voor [voornaam minderjarige] als de zoveelste verlieservaring in haar leven voelen. De rechtbank is daarom van oordeel dat beëindiging van het gezag van de moeder niet in het belang van [voornaam minderjarige] is en de rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.
De beslissing
Den Haag.