Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 6 april 2021 met producties 1 tot en met 17
- productie 18 van Puka
- producties 1 tot en met 23 van [gedaagden]
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie met producties 24 tot en met 27
- de mondelinge behandeling gehouden op 16 april 2021
- de pleitnota van Puka
- de pleitnota van [gedaagden]
2..De feiten
3..Het geschil in conventie
4..Het geschil in reconventie
primair) het moment van daadwerkelijke sloop van het Bedrijfspand waarin zich deze ruimte bevindt ofwel (
subsidiair) het moment waarop in de aangekondigde door Puka binnen 30 dagen na de uitspraak in kort geding op te starten bodemprocedure anders wordt beslist, en [eisers] in dat gebruik niet (verder) te belemmeren, zulks op straffe van een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 25.000,00 (of een door de voorzieningenrechter. te bepalen ander passend bedrag) voor iedere overtreding en € 2.500,00 (of een door de voorzieningenrechter te bepalen ander passend bedrag) voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt, met veroordeling van Puka in de kosten van dit kort geding.
5..De beoordeling in conventie en in reconventie
kosteloos.
1.016,00