ECLI:NL:RBROT:2021:4365

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
C/10/609192 / JE RK 20-3369 C/10/611513 / JE RK 20-91 C/10/612169 / JE RK 20-192
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoeken tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige met complexe problematiek

Op 28 januari 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in verschillende zaken betreffende een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die bijna 18 jaar wordt. De kinderrechter heeft diverse verzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond behandeld. De minderjarige verblijft momenteel bij Schakenbosch, maar er zijn zorgen over zijn ontwikkeling en de geschiktheid van deze plaatsing. De Raad heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] en een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot aan zijn meerderjarigheid. De ouders hebben hun instemming met de verzoeken gegeven, maar hebben ook hun zorgen geuit over de communicatie en de voortgang van de hulpverlening.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er een langdurige hulpverleningsgeschiedenis is zonder het gewenste resultaat. De ouders zijn bereid om samen te werken, maar zijn onvoldoende in staat om de ontwikkelingsbedreiging van [naam kind] weg te nemen. De kinderrechter heeft daarom besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen tot aan zijn meerderjarigheid en heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, zowel in een accommodatie jeugdhulpaanbieder als binnen het netwerk. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen en het verzoek van de GI afgewezen, omdat het verzoek van de Raad verder strekt dan dat van de GI.

De beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/609192 / JE RK 20-3369
C/10/611513 / JE RK 20-91
C/10/612169 / JE RK 20-192
datum uitspraak: 28 januari 2021

beschikking

in de zaken van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
en

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2003 te [geboorteplaats kind],

hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder], hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader], hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van 10 december 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het verzoek met bijlagen van de GI van 14 januari 2021, ingekomen bij de griffie op die datum;
- het concept Werkplan Specialistisch Ambulant van Enver, toegezonden door de GI en ingekomen bij griffie op 22 januari 2021;
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 26 januari 2021, ingekomen bij de griffie op die datum;
- een brief van de ouders, ter zitting overgelegd.
Op 28 januari 2021 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [naam kind], bijgestaan door zijn advocaat mr. R.W. de Gruijl,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M.P.G. Rietbergen,
- de vader, eveneens bijgestaan door mr. M.P.G. Rietbergen,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 2] en [naam 3].

De feiten

Het gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft bij Schakenbosch.
Bij beschikking van 4 december 2020 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 4 maart 2021. Bij beschikking van 10 december 2020 is een machtiging verleend om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven tot 4 februari 2021. Het overig verzochte is aangehouden.

De verzoeken

Zaaknummer C/10/609192 / JE RK 20-3369
Er ligt nog een verzoek van de Raad om het verblijf van [naam kind] binnen de gesloten jeugdhulp voort te zetten gedurende de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 4 maart 2021. De Raad heeft dit verzoek ter zitting ingetrokken.
Zaaknummer C/10/611513 / JE RK 20-91
De GI verzoekt een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de duur van de (voorlopige) ondertoezichtstelling, te weten tot
4 maart 2021.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en verzoekt tevens een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] binnen het netwerk. De gesloten plaatsing bij Schakenbosch is niet (meer) de geschikte plek voor [naam kind]. Een thuisplaatsing behoort niet tot de mogelijkheden; de relatie tussen [naam kind] en de ouders is ernstig verstoord. Een andere plek is echter nog niet voor hem gevonden. Een plaatsing binnen het netwerk zal ook worden onderzocht. Daarnaast heeft Schakenbosch, tegen de vorige beschikking van de kinderrechter in, besloten geen persoonlijkheidsonderzoek te doen. De GI acht het daarentegen van belang dat alsnog een persoonlijkheidsonderzoek zal worden verricht. MDFT zal binnenkort starten en kan doorlopen wanneer [naam kind] elders zal zijn geplaatst.
Zaaknummer C/10/612169 / JE RK 20-192
De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] en tevens een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot [geboortedatum kind] 2021.
De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en verzoekt tevens een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] binnen het netwerk. Er speelt heel veel bij [naam kind] en het gezin waardoor het noodzakelijk is dat de GI middels een ondertoezichtstelling de regie zal nemen. De gesloten jeugdhulp is niet (meer) de juiste plek voor [naam kind]. Een thuisplaatsing behoort niet tot de mogelijkheden. Er moet snel een goede plek gevonden worden voor [naam kind]. Dit kan een accommodatie jeugdhulpaanbieder zijn of een plek binnen het netwerk.

De standpunten

De ouders stemmen ter zitting, mede bij monde van hun advocaat, in met de verzoeken. Zij hebben hun mening gegeven middels een brief, die zij ter zitting hebben voorgelezen en overgelegd. Daarnaast wordt door en namens de ouders aangevoerd dat [naam kind] het heel goed doet binnen de gesloten jeugdhulp. Dit is echter niet de juiste plek voor hem, hij moet worden doorgeplaatst naar een open plek. Een thuisplaatsing behoort helaas niet tot de mogelijkheden. Een goede plek elders is nog niet gevonden. Het is triest dat [naam kind] de dupe is van een vastlopend systeem. De ouders zijn erg teleurgesteld in Schakenbosch. Er is sprake van een slechte communicatie en zij hebben, tegen de beschikking van de kinderrechter in en zonder overleg, besloten geen persoonlijkheidsonderzoek te doen. Daarnaast is nog altijd geen behandelplan opgesteld en is het MDFT-programma nog niet begonnen.

De beoordeling

Zaaknummer C/10/609192 / JE RK 20-3369
Nu de Raad het resterende deel van het verzoek niet langer handhaaft, kunnen de gronden daarvan niet meer worden onderzocht. Dit verzoek zal daarom worden afgewezen, voor zover hierop niet eerder is beslist.
Zaaknummer C/10/612169 / JE RK 20-192
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind] kampt met kindeigen problematiek en blowde regelmatig toen hij nog niet in Schakenbosch verbleef. Hij geeft aan weer te gaan blowen als hij elders gaat wonen. [naam kind] accepteert geen gezag van zijn ouders en vertoont zelfbepalend gedrag. Er is sprake van verbale en fysieke agressie van [naam kind] naar de ouders toe. Er is een langdurige hulpverleningsgeschiedenis in het vrijwillig kader, zonder het gewenste resultaat. [naam kind] heeft weinig probleembesef en zelfinzicht. De ouders zijn voldoende bereid maar onvoldoende in staat om met passende acties de ontwikkelings-bedreiging van [naam kind] weg te nemen. Door de complexiteit van de problematiek is hulpverlening binnen het gedwongen kader noodzakelijk. De ouders zien de noodzaak hiervan in.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal [naam kind] daarom onder toezicht stellen tot aan zijn meerderjarigheid.
Ook is de kinderrechter van oordeel dat de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van zijn verzorging en opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b BW. [naam kind] verblijft momenteel bij Schakenbosch. Hij gaat daar goed mee in de groepsstructuur en is respectvol naar groepsgenoten en groepsleiding. Hij is gestopt met middelengebruik. Hij gaat vanuit Schakenbosch naar een onderwijsvoorziening, wat goed verloopt. Gebleken is dat Schakenbosch niet meer de juiste plek is voor [naam kind] en dat hij gebaat is bij een plaatsing in een open groep of binnen het netwerk. [naam kind] kan niet thuis wonen, ten gevolge van de hoogoplopende conflicten thuis. De kinderrechter zal daarom een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in zowel een accommodatie jeugdhulpaanbieder als binnen het netwerk verlenen tot aan zijn meerderjarigheid. De machtiging gesloten jeugdhulp verloopt op 4 februari 2021 waarmee de plaatsing bij Schakenbosch zal eindigen. Het is daarom van belang dat spoedig een geschikte plek zal worden gevonden voor [naam kind] waar hij hopelijk ook kan blijven na zijn meerderjarigheid.
Zaaknummer C/10/611513 / JE RK 20-91
Het verzoek van de Raad met zaaknummer C/10/612169 / JE RK 20-192 strekt verder dan het verzoek van de GI en zal worden toegewezen. Hierdoor heeft de GI geen belang meer bij een beslissing op haar verzoek, om welke reden dat verzoek zal worden afgewezen.

De beslissing

De kinderrechter:
Zaaknummer C/10/609192 / JE RK 20-3369
wijst af het verzoek, voor zover hierop niet eerder is beslist;
Zaaknummer C/10/611513 / JE RK 20-91
wijst af het verzoek;
Zaaknummer C/10/612169 / JE RK 20-192
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, tot [geboortedatum kind] 2021;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder, dan wel binnen het netwerk tot [geboortedatum kind] 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Arduin als griffier en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 februari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.