ECLI:NL:RBROT:2021:4389
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs op basis van medisch onderzoek en geschiktheidseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen op basis van een medisch onderzoek dat twijfels opriep over zijn geschiktheid om te rijden. Het primaire besluit van het CBR, genomen op 14 september 2018, werd gehandhaafd in het bestreden besluit van 28 januari 2019, waartegen de eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 29 maart 2021 was de eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop zorgvuldig overwogen, waarbij het medisch onderzoek van 16 juli 2018 centraal stond. Dit onderzoek wees uit dat de eiser diabetes had en medicatie gebruikte die hypoglykemieën kon veroorzaken. De rechtbank oordeelde dat het CBR zijn standpunt dat de eiser niet geschikt was om motorrijtuigen te besturen, kon baseren op de resultaten van dit onderzoek. De eiser had geen medische stukken overgelegd die de conclusies van de keurend arts konden weerleggen. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel, aangezien de verkeersveiligheid voorop staat. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.