In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de ambtshalve benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van de minderjarige, die in Brazilië verblijft, het ouderlijk gezag uitoefent, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de situatie van de minderjarige. De moeder heeft geen overleg gehad met de gecertificeerde instelling (GI) en er zijn zorgen over de huidige situatie van de minderjarige, die nog nooit in Brazilië is geweest en graag terug naar Nederland wil. De GI heeft een zorgmelding gedaan bij de centrale autoriteiten in Brazilië, maar er is geen zicht op de situatie van de minderjarige. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de belangen van de moeder in strijd zijn met die van de vader en de minderjarige, en heeft daarom besloten een bijzondere curator te benoemen. Mr. R.A.A.H. van Leur is benoemd tot bijzondere curator, met de taak om de minderjarige te vertegenwoordigen en te zorgen voor zijn belangen. De benoeming geldt van 7 mei 2021 tot 31 juli 2021. De beschikking is openbaar uitgesproken op 10 mei 2021, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.