3.1.[eisers] vorderen, na eiswijziging, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
“(…)
I. Arteface veroordeelt tot nakoming van haar verplichtingen uit de Overeenkomst, bestaande in:
A. voldoening van de eerste termijn van de overnamesom van € 5.000.000 door:
i. betaling van € 2.503.775,26 aan de in Duitsland gevestigde vennootschap Osmed GmbH ter voldoening van de vorderingen van de schuldeisers van Osmed GmbH als vermeld op het overzicht dat als productie 4 door eisers in het geding is gebracht, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 27 september 2017, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van betaling;
ii. betaling van € 1.335.480,24 aan eiser sub 1, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 27 september 2017, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van betaling;
iii. betaling van € 54.916,9419 aan eiser sub 2, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 27 september 2017, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van betaling;
iv. betaling van € 1.105.827,5620 aan eiser sub 3, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 27 september 2017, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van betaling;
voldoening van de tweede termijn van de overnamesom van € 3.000.000 door betaling aan eisers van € 3.000.000, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 april 2018, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van betaling;
voldoening van de kosten van de notaris op grond van artikel 14.1.1 van de Overeenkomst, door betaling van € 24.397,02 aan Notariaat Ballindamm, althans indien en voorzover eisers op grond van enige verplichting jegens Notariaat Ballindamm die kosten zouden hebben voldaan, tot betaling van dat bedrag aan eisers, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans subsidiair de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de datum voldoening tot de dag van betaling;
II. Arteface veroordeelt tot vergoeding van de schade die [eisers] hebben geleden en zullen lijden als gevolg van de toerekenbare tekortkoming van Arteface in de nakoming van haar verbintenissen uit de Overeenkomst, bestaande uit de schadeposten genoemd in par. 36, en voorzover begroting van de schade (nog) niet mogelijk is, Arteface veroordeelt tot betaling van schadevergoeding op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
III. verklaart voor recht dat [naam gedaagde] persoonlijk een ernstig verwijt treft voor de niet-nakoming door Arteface van haar verplichtingen uit de Overeenkomst en dat [naam gedaagde] op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de schade die [eisers] als gevolg daarvan hebben geleden, lijden en zullen lijden;
IV. [naam gedaagde] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van al hetgeen waartoe Arteface bij het in deze zaak te wijzen vonnis wordt veroordeeld;
V. Arteface en [naam gedaagde] veroordeelt tot betaling van de kosten van het geding, waaronder de kosten van de ten laste van hen gelegde beslagen, te vermeerderen met de gebruikelijke nakosten (zowel met als zonder betekening), met bepaling dat deze kosten binnen 14 dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis moeten zijn voldaan.”