ECLI:NL:RBROT:2021:477

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 januari 2021
Publicatiedatum
26 januari 2021
Zaaknummer
C/10/608415 / JE RK 20-3241
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 januari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind], geboren in 2006. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 20 november 2020 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie op te nemen voor een periode van zes maanden. Dit verzoek is gedaan omdat [naam kind] ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die haar ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de pleegmoeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds november 2020 in een gesloten setting verblijft en dat er positieve ontwikkelingen zijn, maar dat het nog te vroeg is om haar door te laten stromen naar een open groep. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen op 2 april 2021. De kinderrechter benadrukt het belang van perspectief voor [naam kind] en de noodzaak van gesloten kaders om haar de benodigde sturing te geven. De beschikking is mondeling gegeven en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 19 januari 2021.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/608415 / JE RK 20-3241
datum uitspraak: 8 januari 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam pleegmoeder] ,

hierna te noemen de pleegmoeder, wonende te [woonplaats pleegmoeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 20 november 2020, ingekomen bij de griffie op 23 november 2020;
- de verklaring d.d. 20 november 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 31 december 2020 van een gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- het proces-verbaal van de zitting van de kinderrechter in deze rechtbank van 5 januari 2021.
Op 8 januari 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
  • de minderjarige [naam kind] , die tevens voorafgaand aan de zitting is gehoord, bijgestaan door mr. M. Heere-Helmink,
  • de pleegmoeder,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam vertegenwoordigster 1] en [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

[naam kind] verblijft in de gesloten jeugdhulpinstelling te Harreveld.
Bij beschikking van 5 februari 2016 is [naam kind] onder voogdij gesteld van de GI.
Bij beschikking van 3 januari 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 19 januari 2020 tot 19 januari 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Begin november 2020 is [naam kind] doorgestroomd naar een besloten groep, na een lange periode op de groep Lagune. [naam kind] leert omgaan met de vrijheden die zij op de open groep zal krijgen, maar met gesloten kaders, zodat ingegrepen kan worden wanneer het misgaat. [naam kind] mag haar dagstructuur zelf invullen. Wanneer blijkt dat zij meer sturing nodig heeft, kan dat vanuit de groep geboden worden. Op deze manier wordt [naam kind] voorbereid op een plaatsing op de open groep Prisma, waar zij op de wachtlijst staat. In december 2020 is [naam kind] gestart met verlof in de vorm van logeren bij de pleegmoeder. Verder heeft zij haar dramatherapie afgerond en volgt zij nu EMDR-therapie.

Het standpunt van [naam kind]

Namens en door [naam kind] is ter zitting verzocht de machtiging gesloten jeugdhulp voor een kortere duur, te weten voor de duur van drie maanden, te verlenen. [naam kind] verblijft nu op een doorstroomgroep, waar geen therapie plaatsvindt. Er is geen reden waarom zij niet al zou kunnen doorstromen naar Prisma, behalve dat daar op dit moment geen plek is. [naam kind] vindt de EMDR-therapie fijn en het is niet nodig om dat vanuit de geslotenheid te volgen. Als de machtiging voor een kortere periode wordt verleend, geeft dat [naam kind] motivatie en goede moed.

Het standpunt van de informant

De pleegmoeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat het spannend was voor haar en voor [naam kind] toen zij voor het eerst kwam logeren, maar dat zij er ontzettend van hebben genoten. De pleegmoeder kijkt uit naar de volgende keer dat [naam kind] mag komen logeren.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] inmiddels geruime tijd in de gesloten setting verblijft. Sinds november 2020 verblijft zij in haar huidige groep. Er is sprake van een positieve ontwikkeling, aangezien [naam kind] vanuit Horizon het vertrouwen heeft gekregen om meer vrijheden op te bouwen, maar het gaat [naam kind] nog niet snel genoeg. Zij heeft het gevoel dat zij op deze groep geen behandeling of therapie ontvangt. Niet vergeten moet worden waar [naam kind] vandaan is gekomen. Er zijn hele ernstige zorgen geweest over de ontwikkeling en veiligheid van [naam kind] . Daarnaast komt [naam kind] nu in een nieuwe fase van haar leven en is er sprake van een voorzichtige opbouw van het contact met haar biologische moeder. Ook daarom is het zaak dat [naam kind] niet te snel te grote stappen zet en daarmee het risico loopt op een terugval. Inmiddels mag zij in de huidige groep leren omgaan met vrijheden. Het is echter nog te vroeg om [naam kind] op dit moment te laten doorstromen naar een open groep. De gesloten kaders zijn nu nog nodig om [naam kind] de sturing te geven die zij nodig heeft bij de opbouw van haar vrijheden. Om die reden acht de kinderrechter een voortzetting van de gesloten plaatsing van [naam kind] op dit moment noodzakelijk. De kinderrechter ziet wel aanleiding om het verzoek niet voor de volledige duur toe te wijzen, maar om over drie maanden te bezien waar [naam kind] staat en of zij mogelijk dan kan doorstromen naar de open groep. Het is voor [naam kind] belangrijk om perspectief te hebben, het idee dat ze ergens naartoe kan werken.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van drie maanden. Het overig verzochte zal worden aangehouden tot de hierna te noemen datum. De GI wordt verzocht uiterlijk twee weken voor die datum te rapporteren over de stand van zaken en daarbij onder meer aan te geven of het verzoek wordt gehandhaafd. Als dat het geval is, dient tevens een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper te worden overgelegd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 19 januari 2021 tot 19 april 2021 betreffende de minderjarige [naam kind] ;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat het verhoor van de minderjarige, haar advocaat, de pleegmoeder en de GI in deze zaak zal plaatsvinden op
2 april 2021 te 10:00 uurin het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125.
De zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter.
Bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de minderjarige, haar advocaat en de GI.
Gelast de oproeping van de pleegmoeder als informant.
Verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage, en indien het verzoek wordt gehandhaafd, de verklaring omtrent de gronden en de instemming daarmee van de gedragswetenschapper, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht, te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart als griffier en in het openbaar uitgesproken op
8 januari 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 januari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.