In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 mei 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en zijn moeder aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder en dat [naam kind] momenteel verblijft in een gesloten jeugdhulpinstelling.
De GI heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden, maar dit verzoek is tijdens de zitting gewijzigd naar een periode van één maand. De kinderrechter heeft de noodzaak van de machtiging onderbouwd door te verwijzen naar de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [naam kind], die zijn ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. De kinderrechter heeft ook de positieve ontwikkelingen van [naam kind] in overweging genomen, zoals zijn sollicitaties en de aanmelding voor een behandeltraject.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de periode van 25 mei 2021 tot 30 juni 2021. De kinderrechter benadrukte het belang van structuur en begeleiding voor [naam kind] in deze periode, zodat hij zijn examens kan halen en zijn toekomst kan vormgeven. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. K.J. van den Herik, met V. Beenakker als griffier.