1.8Per brief van 1 februari 2021, ontslaat RST [naam verzoeker] op staande voet. Die brief luidt
– voor zover relevant – als volgt:
“Per bericht van 14/10/2019 heeft u een
‘allerlaatste ernstige waarschuwing’gekregen
waarbij toen is aangegeven door RST dat mocht het nu nogmaals voorkomen dat u om
wat voor reden dan ook, ongeoorloofd afwezig bent, onacceptabel gedrag aan de dag
toont of wederom een schade veroorzaakt, RST dan per direct tot ontbinding van de
arbeidsovereenkomst overgaat.
Inmiddels is bekend dat u dinsdag 19/1/2021 wederom in hechtenis bent genomen. u
heeft dat echter pas tien dagen later op vrijdag 29/1/2021 laten weten aan RST. Daar is
ook nog eens een bericht van RST van maandag 25/1/2021 met het verzoek contact op
te nemen, voor nodig geweest.
Uw verklaring van afgelopen vrijdag aan uw direct leidinggevende [naam 3]
(u zou geen geld hebben gehad om RST te laten weten dat u in hechtenis zat), overtuigt
niet. Zo heeft u naar eigen zeggen wel uw advocaat kunnen bereiken. U heeft echter
blijkbaar niet aan uw advocaat gevraagd om uw werkgever te laten weten waar u bent.
Op verzoek van uw direct leidinggevende hebt u heden ook contact opgenomen met HR.
Daarbij heeft u met management teamlid [naam 2] gesproken. U heeft
aangegeven dat u op verdenking van bedreiging van uw bed was dagen gelicht, u vervolgens 90 in hechtenis bent genomen maar dat u niet wist waarom u in hechtenis zat.
U heeft zich echter niet verontschuldigd voor het feit dat u voor de derde keer tijdens uw dienstverband in hechtenis bent genomen en u heeft zich ooit niet verontschuldigd voor het feit dat u uw werkgever niet op de hoogte hebt gesteld van (de reden van) uw afwezigheid. Integendeel, u heeft er voor gekozen om management teamlid [naam 2] bijzonder onheus te bejegenen.
U heeft daarbij ook geen verklaring gegeven voor het gegeven dat u zich op 14/1/2021
heeft ziekgemeld maar u zich vervolgens onbereikbaar hebt gehouden teneinde RST in
staat te stelten of u inderdaad ziek bent. Het niet bereikbaar zijn tijdens
arbeidsongeschiktheid is daarbij in strijd met ons verzuimreglement, welke opgenomen
is in ons regelingenboek. Al met al is u uw afwezigheid dan ook ongeoorloofd.
Hoe u management teamlid [naam 2] hebt bejegend tijdens het telefoongesprek
van heden is voor RST een schoolvoorbeeld van onacceptabel gedrag.
RST gelooft daarbij niet dat u niet zou weten waarom u in hechtenis bent genomen. De
strafwet noemt namelijk verschillende eisen waaraan moet zijn voldaan alvorens tot
hechtenis overgegaan kan worden. Zo moet sprake zijn van verdenking van een misdrijf
waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en moet er sprake zijn van ernstige
bezwaren tegen de verdachte. Het gaat dan om een beslissing van eerst één rechter en
daarna zelfs drie rechters waarbij u wordt bijgestaan door een advocaat. U weet
derhalve wel degelijk waarom u in hechtenis zit. Daar is immers ten overstaan van een
rechter / drie rechters met u overgesproken. U kiest er echter blijkbaar niet voor om als
een goed werknemer tekst en uitleg te geven In de gegeven situatie terwijl aan u op
14/10/2019 wel een
‘allerlaatste ernstige waarschuwing’is gegeven die ziet op een
vergelijkbare situatie.
Hiervoor genoemde feiten en omstandigheden voren elk afzonderlijk maar ook in samenhang voor RST aanleiding om u op staande voet te ontslaan ex art. 7:677 en 7:678 BW. Uw arbeidsovereenkomst met RST is hiermee per vandaag tot een einde gekomen.
[…]”