Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 9 september 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Proud Packaging B.V. (eiseres) en een gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. M.W. Huijzer. Proud heeft de gedaagde aangeklaagd voor het niet betalen van facturen die in de periode van november 2019 tot januari 2020 zijn verzonden. De eiseres vorderde een bedrag van € 5.196,09, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde heeft de vordering betwist en stelde dat er geen koopovereenkomsten waren gesloten, omdat de facturen aan een werknemer waren gericht die niet gemachtigd was om namens de gedaagde te handelen.
De kantonrechter heeft de procedure gevolgd op basis van de ingediende processtukken, waaronder de dagvaarding, de conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De rechter heeft vastgesteld dat Proud voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde zaken heeft gekocht en dat de facturen terecht zijn verzonden. De gedaagde heeft niet voldoende weerlegd dat de geleverde goederen zijn ontvangen en dat de openstaande bedragen verschuldigd zijn.
De rechter heeft geoordeeld dat de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 4.067,88, vermeerderd met wettelijke rente, toewijsbaar is. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 588,75 aan verschotten en € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.