ECLI:NL:RBROT:2021:4945

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 maart 2021
Publicatiedatum
4 juni 2021
Zaaknummer
C/10/613953 / FA RK 21-1538
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 1 maart 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis. De officier van justitie had op 25 februari 2021 verzocht om voortzetting van de op 24 februari 2021 opgelegde crisismaatregel. De betrokkene vertoonde ernstig achterdochtig gedrag en was ervan overtuigd dat zij botkanker had en voor de beveiliging van het koningshuis werkte. Aanvankelijk was zij agressief en dreigend naar behandelaren, maar door medicamenteuze behandeling vertoonde zij verbetering. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat een spoedige voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigde. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De rechtbank achtte de voorgestelde verplichte zorg, waaronder medicatie en toezicht, noodzakelijk en evenredig. De advocaat van de betrokkene gaf aan dat hij zich zou inzetten voor een plan van aanpak voor de zorg van de betrokkene. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt op 3 maart 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/613953 / FA RK 21-1538
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 1 maart 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie de Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. M. Kalle te Zeeland-West-Brabant.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen op 25 februari 2021, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 24 februari 2021 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 24 februari 2021;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 24 februari 2021;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz;
  • de relevante politiegegevens, de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 maart 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam arts] , arts, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is erg achterdochtig. Betrokkene is ervan overtuigd dat zij botkanker heeft en dat zij voor de beveiliging van het koningshuis werkt. Aan het begin van de opname was betrokkene fors agressief en dreigend richting de behandelaren. Momenteel is betrokkene door de medicamenteuze behandeling opgeknapt. Betrokkene zal de aankomende tijd verder ingesteld worden op de medicatie. Er zal eveneens gekeken worden naar een passende woonplek voor betrokkene en de ambulante behandeling zal opgestart worden.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van psychotisch toestandsbeeld.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel opgenomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Betrokkene moet ambulante behandelcontacten toestaan;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte, het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Betrokkene is ambivalent in haar gedrag ten opzichte van de behandeling en het verblijf in de accommodatie. Alhoewel betrokkene enigszins hersteld is, is betrokkene er nog niet. De behandelaar heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat de kans groot is dat betrokkene zich in de thuissituatie wederom onttrekt van de zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Voor de volledigheid vermeldt de rechtbank dat de advocaat tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard dat hij betrokkene al lang kent en blij is dat het huidige behandelteam zich ook wil inzetten voor het welzijn van betrokkene op de langere termijn. Een voorbeeld daarvan is dat het behandelteam wil kijken of betrokkene in aanmerking kan komen voor begeleid wonen. De advocaat zelf wil zich daarvoor ook inzetten en zal met betrokkene de mogelijkheid bekijken om een plan van aanpak te maken voor de zorg die zij nodig heeft.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 maart 2021.
Deze beschikking is op 1 maart 2021 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 3 maart 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.