ECLI:NL:RBROT:2021:4946

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 maart 2021
Publicatiedatum
4 juni 2021
Zaaknummer
C/10/614020 / FA RK 21-1579
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel in verband met psychotische en paranoïde overtuigingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 maart 2021 een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan psychotische en paranoïde overtuigingen. De betrokkene gelooft dat er een chip in haar lichaam is geplaatst, waardoor zij via sociale media in de gaten wordt gehouden. Dit leidt tot aanzienlijke stress en angst. De behandelend psychiater beschrijft de overtuigingen van de betrokkene als psychotisch en paranoïde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige psychische schade en verwaarlozing.

De officier van justitie heeft op 26 februari 2021 een verzoek ingediend voor de voortzetting van de crisismaatregel die op 25 februari 2021 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 maart 2021, die via een beeld- en geluidverbinding plaatsvond, zijn zowel de betrokkene als haar advocaat en twee psychiaters gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank heeft vervolgens een machtiging verleend voor de voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken.

De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg, maar de rechtbank oordeelt dat de voorgestelde maatregelen evenredig en effectief zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt op 3 maart 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/614020 / FA RK 21-1579
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 1 maart 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie de Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. S. Kandemir te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 26 februari 2021, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 25 februari 2021 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 25 februari 2021;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 25 februari 2021;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens, strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 maart 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Yulius.
In eerste instantie is het verzoek in de ochtend besproken zonder aanwezigheid van een tolk die een taal sprak die betrokkene goed beheerst. In de middag is de behandeling van het verzoek voortgezet in aanwezigheid van een tolk die wel een taal sprak die betrokkene goed beheerst (Dari/Farsi).
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene denkt dat er een chip in haar lichaam zit, waardoor ze via sociale media in de gaten gehouden wordt. Zo wordt er gedetailleerde informatie over haar leven online gedeeld. Dit geeft betrokkene veel stress. De behandelaar ziet de overtuigingen van betrokkene als psychotisch en paranoïde overtuigingen. Betrokkene geeft aan dat ze veel hoofdpijn heeft, veel moet huilen en zich erg verdrietig voelt.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van psychose in het kader van een schizoaffectieve stoornis.
De rechtbank betrekt daarbij dat betrokkene in 2017 ook is opgenomen vanwege een paranoïde psychose waarbij uiteindelijk de diagnose schizofrenieforme stoornis is vastgesteld.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene vindt dat ze niet ziek is en door slechte ervaringen uit het verleden is betrokkene bang voor de medicatie. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 maart 2021.
Deze beschikking is op 1 maart 2021 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 3 maart 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.