ECLI:NL:RBROT:2021:4951

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 maart 2021
Publicatiedatum
4 juni 2021
Zaaknummer
C/10/613419 / FA RK 21-1279
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 8 maart 2021, wordt een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan schizofrenie en een posttraumatische stressstoornis. De betrokkene heeft in het verleden medicatie niet op de juiste wijze ingenomen, wat heeft geleid tot psychotische decompensaties. Tijdens deze decompensaties ervaart de betrokkene stemmen en heeft zij het gevoel dat zij overgenomen wordt door demonen, wat leidt tot hinderlijk en mogelijk agressief gedrag. De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg vrijwillig te accepteren. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging wordt verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen die in crisissituaties kunnen worden toegepast. De beschikking is mondeling gegeven door rechter B. Krijnen en schriftelijk uitgewerkt door griffier M.M.P.H. van den Boomen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/613419 / FA RK 21-1279
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 8 maart 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en thans verblijvende te Rotterdam,
advocaat mr. G.J. Schipper-de Bruijn te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 17 februari 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 9 februari 2021;
  • de zorgkaart van 20 januari 2021;
  • het zorgplan van 19 januari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens, strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 maart 2021.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met behulp van een tolk Engels, met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam spv-er] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, verbonden aan Antes;
  • [naam woonbegeleider] , woonbegeleider van de beschermde woonvorm.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. Betrokkene is ook bekend met een posttraumatische stressstoornis.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene heeft zeer ernstige en levensbedreigende trauma’s meegemaakt. Afgelopen zomer is betrokkene drie maanden opgenomen in verband met een psychotische decompensatie, waarschijnlijk door het niet innemen van de medicatie. Ze heeft bij een decompensatie het gevoel overgenomen te worden door demonen en gaat dan hardop schreeuwen en bidden. Betrokkene woont in een beschermde woonvorm. Betrokkene maakt zich ook veel zorgen om geldzaken. Ze heeft daar veel stress van. Momenteel neemt betrokkene de medicatie in waardoor de psychotische symptomen op de achtergrond zijn. Betrokkene hoort nog wel stemmen. In het verleden waren deze stemmen slecht, nu zijn de stemmen volgens betrokkene goed.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat betrokkene haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene neemt onder toezicht de medicatie in, aangezien betrokkene in het verleden de medicatie vergat te nemen of de medicatie niet innam. Betrokkene is erg druk in haar hoofd en is veel buiten, waardoor de medicatie zonder toezicht volgens de behandelaar niet mogelijk is. Er is geen ziektebesef of ziekte-inzicht. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
2.5.
Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg worden opgenomen in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Betrokkene moet ambulante behandelcontacten toestaan.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
- het beperken van de bewegingsvrijheid, tijdens een opname;
- het opnemen in een accommodatie.
Bij betrokkene kan een crisissituatie als volgt worden gedefinieerd. Indien betrokkene psychotisch decompenseert worden de stemmen in haar hoofd negatief ervaren door betrokkene en vecht betrokkene tegen de demonen die bezit willen nemen van haar lichaam door hardop te schreeuwen of te bidden. Betrokkene kan dan fysiek agressief gedrag vertonen en dreigementen uiten.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 september 2021.
Deze beschikking is op 8 maart 2021 mondeling gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 15 maart 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.