ECLI:NL:RBROT:2021:4975

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 maart 2021
Publicatiedatum
4 juni 2021
Zaaknummer
C/10/614822 / FA RK 21-1981
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis en alcoholabusus

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 23 maart 2021, wordt een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis en bekend is met alcoholabusus. De rechtbank oordeelt dat betrokkene, ondanks eerdere zorgverlening, niet in staat is om vrijwillige zorg te accepteren en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene heeft in het verleden gesmokkeld met medicatie en bagatelliseert zijn drankgebruik, wat heeft geleid tot ernstige zelfverwaarlozing. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en te herstellen. De zorgmachtiging wordt verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank stelt vast dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door rechter C.H. van Breevoort-de Bruin en schriftelijk uitgewerkt door griffier M.M.P.H. van den Boomen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/614822 / FA RK 21-1981
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 23 maart 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende en thans verblijvende te [woonplaats betrokkene],
advocaat mr. E. Boskma te Noord-Holland.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 11 maart 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 26 januari 2021;
  • de zorgkaart van 25 januari 2021;
  • het zorgplan van 25 januari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens, strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 maart 2021. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], mentor van betrokkene;
  • [naam 3], sociaal psychiatrisch verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
Betrokkene is niet op de rechtbank verschenen. Een begeleider zou betrokkene vervoeren naar de rechtbank, maar de begeleider trof betrokkene aan met een gebroken glas en wijn op de grond. Betrokkene had gedronken, voelde zich niet lekker en was niet in staat om naar de rechtbank te komen. De rechtbank heeft betrokkene telefonisch kunnen horen.
1.4.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene is bekend met alcoholabusus in het verleden en dientengevolge uitgebreide neurocognitieve problemen, een matige gezondheid en een autistiforme stoornis. Betrokkene is momenteel niet abstinent van de alcohol.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander. Het geheugen van betrokkene lijkt beschadigd, waarschijnlijk ten gevolge van overmatig drankmisbruik in het verleden. Betrokkene is achterdochtig richting zijn zussen en de hulpverlening, die er destijds volgens betrokkene voor gezorgd hebben dat betrokkene werd opgenomen. Het ernstig nadeel bestaat uit het terugvallen in het misbruik van alcohol. Ondanks de cognitieve stoornissen en de bijkomende somatische problematiek, zoals nier- en leverfunctiestoornissen, ziet betrokkene geen noodzaak om te stoppen met het consumeren van alcohol. Door de inzet van de hulpverleners lukt het om betrokkene tamelijk stabiel te houden. De mentor van betrokkene heeft een plan bedacht waardoor het hopelijk in de toekomst beter met betrokkene gaat.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat betrokkene zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene vindt de zorgmachtiging niet noodzakelijk. Betrokkene vindt dat hij onder druk staat door de zorgmachtiging, aangezien hij dingen verplicht moet doen en laten van de ambulante hulpverleners. Hij zou liever zelf de regie in handen nemen. Psychiatrische zorg is volgens betrokkene niet nodig, vooral omdat hij zich daartoe gedwongen voelt. Betrokkene heeft in het verleden wel eens gesmokkeld met de medicatie en weigert soms een laboratoriumonderzoek. Betrokkene bagatelliseert zijn drankgebruik en zijn lichamelijke problemen. Tevens onthoudt betrokkene de afspraken met de ambulante behandelaren niet ten gevolge van zijn geheugenproblematiek. Toen een eerdere machtiging niet verlengd werd, is betrokkene binnen drie maanden weer begonnen met drinken, met ernstige zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang tot gevolg. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht en voeding, bij opname;
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, bij opname;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Betrokkene moet ambulante behandelcontacten toestaan;
  • het opnemen in een accommodatie, indien de ambulante hulpverlening niet langer toereikend is om het ernstig nadeel weg te nemen voor de maximale duur van drie maanden.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 september 2021.
Deze beschikking is op 23 maart 2021 mondeling gegeven door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.P.H. van den Boomen, griffier, en op 29 maart 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.