Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de rolzitting van 10 december 2020, waarbij de heer [persoon B] namens [bedrijf B] mondeling heeft gereageerd op de dagvaarding;
- de aantekeningen van de griffier van de rolzitting van 10 februari 2021, waarbij de heer [persoon B] namens [bedrijf B] is verschenen;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 22 februari 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald.
2..Het geschil
in conventiegevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [bedrijf B] te veroordelen om aan haar te betalen:
in reconventiegevorderd, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
3..De beoordeling
eersteverdieping. De facturen hebben dus, in tegenstelling tot [bedrijf B] heeft gesteld, niet driemaal (150%) betrekking op dezelfde werkzaamheden. Daarop stuit het verweer van [bedrijf B] af.
4..De beslissing
- [bedrijf A] zich ter rolzitting van
- indien zij dat wil doen door schriftelijke bewijsstukken, zij die dan dadelijk bij die akte in het geding moet brengen;
- indien zij getuigen wenst voor te brengen, zij in die akte opgave moet doen van naam en woonplaats van de door haar voor te brengen getuigen alsook van de verhinderdata van
- [bedrijf B] zich ter rolzitting van
- indien zij dat wil doen door schriftelijke bewijsstukken, zij die dan dadelijk bij die akte in het geding moet brengen;
- indien zij getuigen wenst voor te brengen, zij in die akte opgave moet doen van naam en woonplaats van de door haar voor te brengen getuigen alsook van de verhinderdata van