ECLI:NL:RBROT:2021:5133

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 mei 2021
Publicatiedatum
8 juni 2021
Zaaknummer
C/10/617626 / JE RK 21-1128
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 28 april 2021 een verzoek ingediend om [naam kind] in een gesloten accommodatie te plaatsen voor de duur van twee maanden. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel [naam kind], de ouders, als vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds 18 november 2020 gesloten is geplaatst vanwege ernstige veiligheidsrisico's en betrokkenheid bij het criminele circuit. Ondanks een positieve ontwikkeling in de afgelopen maanden, is er nog steeds onvoldoende openheid van [naam kind] naar zijn ouders, wat het vertrouwen in zijn veiligheid ondermijnt. De ouders hebben verweer gevoerd tegen de verlenging van de gesloten plaatsing, waarbij zij benadrukken dat [naam kind] beter af zou zijn met een directe thuisplaatsing, vooral met het oog op de naderende zomervakantie.

Na afweging van de belangen van [naam kind] en de zorgen van de ouders, heeft de kinderrechter besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, maar deze te beperken tot de periode van 11 mei 2021 tot 17 mei 2021. De kinderrechter heeft geoordeeld dat een langere gesloten plaatsing niet meer gerechtvaardigd is, gezien de noodzaak om [naam kind] de kans te geven om in een vertrouwde omgeving te werken aan zijn ontwikkeling en het herstel van het vertrouwen van zijn ouders. De GI is in staat gesteld om de nodige hulpverlening te regelen en kan een nieuw verzoek indienen indien nodig.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/617626 / JE RK 21-1128
datum uitspraak: 10 mei 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 28 april 2021, ingekomen bij de griffie op 28 april 2021;
- de verklaring d.d. 28 april 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 3 mei 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 10 mei 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], bijgestaan door mr. G.E. van der Pols, die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep bij Harreveld.
Bij beschikking van 11 februari 2021 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 11 februari 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking tevens een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 11 februari 2021 tot 11 mei 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Recent is het psychodiagnostisch onderzoek (hierna: PO) afgerond. Hier zal een behandeladvies uit volgen, waarna naar verwachting begin juni een eindgesprek zal plaatsvinden. Pas wanneer de uitkomsten van het PO bekend zijn kan passende behandeling voor [naam kind] worden ingezet. De verlofmomenten van [naam kind] worden stapsgewijs uitgebreid, maar dit blijft telkens een aandachtspunt. [naam kind] heeft namelijk aangegeven de neiging te hebben om zich gedurende de verlofmomenten te onttrekken. MDFT is vier weken geleden gestart in de thuissituatie. Op dit moment is dat alleen nog op maandag, de enige doordeweekse dag waarop [naam kind] thuis is. Een uitbreiding van MDFT kan mogelijk samengaan met de uitbreiding in de verlofmomenten. Dit zal moeten worden besproken. Daarnaast is er nog veel onduidelijk met betrekking tot de ‘vriendengroep’ waar [naam kind] mee omging en een BlackBerry telefoon. [naam kind] geeft hier onvoldoende openheid over. De komende twee maanden zal gefaseerd worden gewerkt aan een thuisplaatsing. Het is een te groot risico om [naam kind] direct thuis te plaatsen. Zijn individuele therapie kan dan niet doorgaan, het is nog niet duidelijk of hij dan terug kan naar zijn voormalige school en er is nog geen duidelijkheid over het behandeladvies. Daarnaast verliest [naam kind] bij een thuisplaatsing de structuur die hij bij Harreveld heeft en waar hij bij gebaat is.

Het standpunt van belanghebbenden

Door en namens [naam kind] is verweer gevoerd tegen het verzoek. [naam kind] is om verschillende redenen van mening dat hij meer gebaat is bij een directe thuisplaatsing. Indien [naam kind] nog twee maanden langer gesloten bij Harreveld moet verblijven, betekent dit dat hij slechts één week voor de start van de zomervakantie thuis komt. Dit is niet wenselijk aangezien het [naam kind] dan ontbreekt aan structuur en zicht van zijn ouders en hij ook niet de kans heeft gehad dit op te bouwen. Daarnaast kan hij bij een directe thuisplaatsing nog zijn schooljaar afronden door praktijklessen te volgen. Bij een langer verblijf op Harreveld is dit niet mogelijk en zal hij het hele schooljaar over moeten doen. De uitslag van het PO kan in de thuissituatie worden afgewacht en MDFT kan vijf dagen per week plaatsvinden waardoor zijn veiligheid beter gewaarborgd is. Namens [naam kind] is daarom primair verzocht het verzoek af te wijzen. Subsidiair is verzocht het verzoek voor slechts één week toe te wijzen om het een en ander te kunnen regelen voordat [naam kind] thuiskomt.
Door en namens de ouders is eveneens verweer gevoerd tegen het verzoek. In aanvulling op de argumentatie door en namens [naam kind] hebben zij het volgende aangegeven. De ouders vinden het lastig dat [naam kind] nog steeds niet open en eerlijk is over wat er speelde in november 2020 en mogelijk nog steeds speelt. De ouders weten daarom niet of [naam kind] voldoende veilig is. Dit zal echter over twee maanden niet anders zijn, aangezien zij geen invloed hebben op de ‘vriendengroep’ van [naam kind]. Het vertrouwen in [naam kind] en de geruststelling dat het goed met hem gaat, moeten bij de ouders nog groeien. Toch zijn zij van mening dat een langere gesloten plaatsing niet in zijn belang is. [naam kind] kan zijn schooljaar hierdoor niet afmaken. Daarnaast vindt er momenteel maar één keer per week MDFT plaats door zijn huidige verlofregeling. Dat is te weinig om het vertrouwen terug te krijgen. Tevens moeten beide ouders in de zomervakantie werken, waardoor zij geen zicht hebben op [naam kind] en hij geen structuur heeft. Dan is hij kwetsbaar. Door [naam kind] nu naar huis te laten kunnen de ouders de komende maanden samen met [naam kind] werken aan de structuur en regels in huis zodat hij hieraan gewend is zodra de zomervakantie begint.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter overweegt het volgende.
[naam kind] is op 18 november 2020 met spoed gesloten geplaatst nadat zijn veiligheid ernstig in het geding kwam. [naam kind] was dusdanig verweven in het criminele circuit dat de dreiging reëel was dat hem iets zou overkomen met mogelijk ernstige gevolgen. Daarbij heeft [naam kind] geen duidelijkheid willen verschaffen over wat er precies aan de hand was. De afgelopen zes maanden heeft [naam kind] een positieve ontwikkeling doorgemaakt, maar hij is nog altijd onvoldoende open naar zijn ouders over wat er speelt. Dit werd op zitting nogmaals duidelijk doordat de ouders er niet van op de hoogte bleken te zijn dat [naam kind] afgelopen week dezelfde ‘foute vrienden’ is tegengekomen op straat. Dat er niks vervelends is gebeurd, doet niets af aan het feit dat [naam kind] dit had moeten vertellen. Zolang [naam kind] niet open en eerlijk is, zowel over de dingen die niet goed gaan als de dingen die wel goed gaan, kunnen de ouders er onvoldoende op vertrouwen dat [naam kind] veilig is en dat het goed met hem gaat. Het zelf oplossen van problemen is niet voldoende. Integendeel, [naam kind] heeft laten zien hierbij niet altijd de juiste keuzes te maken.
Ondanks het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat een langere gesloten plaatsing van [naam kind] niet langer te rechtvaardigen is gelet op het ultimum remedium karakter van een gesloten plaatsing en de voordelen die een thuisplaatsing met zich brengen. Recent is er bij [naam kind] een PO afgenomen en is MDFT in de thuissituatie gestart. MDFT zal [naam kind] verder moeten helpen open te zijn en het vertrouwen van zijn ouders terug te winnen. Vanwege de huidige verlofmomenten kan MDFT slechts één keer per week plaatsvinden. De ouders hebben op dit moment nog onvoldoende vertrouwen in [naam kind] en maken zich zorgen om de veiligheid van [naam kind] zodra de zomervakantie begint en hij slechts één week daarvoor naar huis komt. Door een directe thuisplaatsing kan het aantal MDFT-bijeenkomsten aanzienlijk worden uitgebreid, bij voorkeur naar vijf keer per week. Gelet op de naderende zomervakantie, waarbij [naam kind] veel vrije tijd en weinig structuur zal hebben, en het gebrek aan vertrouwen bij de ouders, is van belang dat hier maximaal op wordt ingezet. Ook biedt een directe thuisplaatsing [naam kind] de mogelijkheid om opnieuw te wennen aan de regels en structuur in de thuissituatie. Daarnaast kan vanuit de thuissituatie het behandeladvies volgend uit het PO worden afgewacht waarna ambulante hulpverlening ingezet kan worden. Ter zitting is gebleken dat over de schoolgang nog onduidelijkheid bestaat vanwege het nog niet voorhanden hebben van de uitslag van het PO. Wellicht dat hier via een werk/leren-traject, dan wel op een andere wijze, handen en voeten aan gegeven kan worden. De mogelijkheden om het schooljaar op enigerlei wijze af te maken zijn er in ieder geval niet bij een langere gesloten plaatsing bij Harreveld.
Samengevat: het vertrouwen van de ouders in [naam kind] en de geruststelling dat het goed met hem gaat en dat hij aan de bel trekt wanneer dit nodig is, is leidend. [naam kind] heeft als enige de sleutel tot dit vertrouwen door eerlijk en open te zijn.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen tot 17 mei 2021 en het verzoek voor het overige afwijzen.
De komende week wordt de GI in staat gesteld het nodige rondom de hulpverlening te regelen en de plannen (waar nodig) te wijzigen en kan [naam kind] zijn verblijf bij Harreveld afronden. Het staat de GI vrij om een nieuw (spoed)verzoek tot een gesloten plaatsing in te dienen als blijkt dat het niet goed gaat met [naam kind].

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 11 mei 2021 tot 17 mei 2021 betreffende de minderjarige [naam kind];
wijst het resterende deel van het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2021 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.