In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 28 april 2021 een verzoek ingediend om [naam kind] in een gesloten accommodatie te plaatsen voor de duur van twee maanden. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel [naam kind], de ouders, als vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds 18 november 2020 gesloten is geplaatst vanwege ernstige veiligheidsrisico's en betrokkenheid bij het criminele circuit. Ondanks een positieve ontwikkeling in de afgelopen maanden, is er nog steeds onvoldoende openheid van [naam kind] naar zijn ouders, wat het vertrouwen in zijn veiligheid ondermijnt. De ouders hebben verweer gevoerd tegen de verlenging van de gesloten plaatsing, waarbij zij benadrukken dat [naam kind] beter af zou zijn met een directe thuisplaatsing, vooral met het oog op de naderende zomervakantie.
Na afweging van de belangen van [naam kind] en de zorgen van de ouders, heeft de kinderrechter besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, maar deze te beperken tot de periode van 11 mei 2021 tot 17 mei 2021. De kinderrechter heeft geoordeeld dat een langere gesloten plaatsing niet meer gerechtvaardigd is, gezien de noodzaak om [naam kind] de kans te geven om in een vertrouwde omgeving te werken aan zijn ontwikkeling en het herstel van het vertrouwen van zijn ouders. De GI is in staat gesteld om de nodige hulpverlening te regelen en kan een nieuw verzoek indienen indien nodig.