ECLI:NL:RBROT:2021:5141

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
9 juni 2021
Zaaknummer
C/10/614153 / JE RK 21-517 en C/10/618406 / JE RK 21-1276
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

Op 18 mei 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2004. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], beoordeeld in het licht van de Jeugdwet. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten accommodatie van Pluryn Eefde en heeft al geruime tijd te maken met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De GI, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, heeft verzocht om een verlenging van de machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat er nog geen passende vervolgplek is gevonden. Tijdens de zitting is gebleken dat de minderjarige geen motivatie heeft voor een behandelgroep en dat verschillende instellingen hem hebben afgewezen vanwege de complexiteit van zijn dossier.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van [voornaam minderjarige] sinds de vorige zitting niet is veranderd en dat er momenteel geen perspectief is voor een alternatieve plaatsing. De kinderrechter heeft benadrukt dat een machtiging voor gesloten jeugdhulp niet bedoeld is om de minderjarige langer dan noodzakelijk op een gesloten groep te houden. Desondanks is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging noodzakelijk is om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft daarom besloten om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen tot 29 juni 2021, met de opdracht aan de GI om een mogelijke plaatsing bij de nicht van [voornaam minderjarige] te onderzoeken.

De kinderrechter heeft het overige verzochte afgewezen, omdat een langere machtiging niet in het belang van [voornaam minderjarige] wordt geacht. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/614153 / JE RK 21-517 en C/10/618406 / JE RK 21-1276
Datum uitspraak: 18 mei 2021

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. M.P. Biesbroek, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van deze rechtbank van 19 maart 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de briefrapportage van de GI van 11 mei 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum;
- het verzoek met bijlagen van de GI van 11 mei 2021, ingekomen bij de griffie op
12 mei 2021;
- de verklaring d.d. 1 maart 2021 en 12 mei 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 18 maart 2021 en 17 mei 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 18 mei 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaken met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die ook voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door mr. M.P.
Biesbroek;
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder;
- de vader, dhr. [naam vader] , als informant.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft bij Pluryn Eefde.
Bij beschikking van 29 maart 2019 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 29 maart 2022.
Bij beschikking van 19 maart 2021 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 29 maart 2021 tot 29 mei 2021. De beslissing voor het overig verzochte is aangehouden.

De (aangehouden) verzoeken

De GI verzoekt een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden. Nu resteert de periode tot 29 juni 2021.
Daarnaast verzoekt de GI een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden.
De GI heeft de verzoeken ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Door verschillende omstandigheden is het nog niet gelukt om een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige] te realiseren. Veel instellingen hebben [voornaam minderjarige] afgewezen, omdat zij het dossier te complex vinden. Ook is een plaatsing op een behandelgroep niet mogelijk, omdat [voornaam minderjarige] geen behandelvraag of motivatie heeft. Op de vorige zitting is gesproken over De Koppeling in Amsterdam, omdat het de wens van [voornaam minderjarige] was om hier naartoe te gaan. Deze plek is vanwege de wijze van financiering niet te realiseren. [voornaam minderjarige] is opnieuw ingebracht bij de zorgbemiddelingstafel. Er is gesproken over een traject op Curaçao van Jeugdwerk, maar [voornaam minderjarige] is hiervoor niet gemotiveerd en het risico op onttrekking is groot. Er is op dit moment geen andere plek voor [voornaam minderjarige] . De GI gunt het [voornaam minderjarige] om niet langer op een gesloten groep te verblijven, maar vindt het voorgestelde alternatief van [voornaam minderjarige] om naar het huis in Amsterdam te gaan niet verantwoord. De komende periode wil de GI zich inzetten om een plaatsing bij de nicht van [voornaam minderjarige] te onderzoeken. Indien deze plek positief wordt gescreend, zullen er duidelijke voorwaarden aan verbonden moeten worden.

Het standpunt van Gi

Door en namens Gi is verzocht de verzoeken tot een gesloten machtiging af te wijzen. [voornaam minderjarige] verblijft al tweeënhalf jaar op een gesloten groep. Iedereen is het erover eens dat [voornaam minderjarige] gebaat is bij een kleinschalige woongroep, maar die is nog niet gevonden. Het ontbreekt aan een perspectief. Misschien kan een doorstroom naar een KTC makkelijker plaatsvinden als [voornaam minderjarige] met een spoedmachtiging op een crisisopvang zit. De verzoeken zouden dan moeten worden afgewezen, waarna een spoedverzoek zal worden gedaan. Een ander alternatief is dat [voornaam minderjarige] terecht kan in een huis in Amsterdam. [voornaam minderjarige] wil niet alle informatie over deze verblijfplaats prijsgeven, omdat [voornaam minderjarige] een bepaalde zekerheid wil inbouwen die op geen andere manier is te verkrijgen. Indien de machtiging gesloten jeugdhulp wordt verleend tot 29 juni 2021 is er voldoende tijd om een plaatsing bij de nicht van [voornaam minderjarige] te onderzoeken. [voornaam minderjarige] moet het voordeel van de twijfel krijgen. De advocaat gunt [voornaam minderjarige] een plek waarin warmte en begeleiding van volwassenen wordt geboden. Verzocht wordt om beide verzoeken af te wijzen, maar met de verplichting dat [voornaam minderjarige] contact houdt met de advocaat en de jeugdbeschermer.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de situatie van [voornaam minderjarige] sinds de vorige zitting op 19 maart 2021 niet is veranderd. [voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep van Pluryn Eefde. [voornaam minderjarige] heeft de wens om naar een open groep of KTC te gaan. Enerzijds is een gesloten machtiging noodzakelijk om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen, anderzijds heeft [voornaam minderjarige] perspectief nodig in de vorm van een plaatsing op een open groep. Een duidelijk perspectief is belangrijk om te voorkomen dat [voornaam minderjarige] opnieuw langdurig wegloopt met alle risico’s van dien. Daarbij komt dat er weinig groei meer wordt verwacht binnen de geslotenheid, omdat [voornaam minderjarige] alle oorzaken buiten zichzelf legt en geen ontwikkelpunten voor zichzelf ziet.
De afgelopen periode is gezocht naar een vervolgplek, waar [voornaam minderjarige] naartoe zou kunnen met een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. Helaas wordt [voornaam minderjarige] , tot nu toe, vanwege de complexe problematiek door alle instellingen afgewezen. Dit terwijl eerder is komen vast te staan dat een kleinschalige woonvorm met voldoende één op één aandacht passend is voor [voornaam minderjarige] . De kinderrechter overweegt dat het niet de bedoeling is om de gesloten machtiging elke keer opnieuw te verlengen, alleen maar omdat er geen alternatief is. Een machtiging gesloten jeugdhulp is een laatste redmiddel en niet bedoeld om [voornaam minderjarige] langer dan noodzakelijk op een gesloten groep te houden.
Ter zitting is met [voornaam minderjarige] , mr. Biesbroek en de GI geconstateerd dat er op dit moment geen perspectief is voor [voornaam minderjarige] . Gelet op de nog aanwezige zorgen is het ook niet verantwoord om [voornaam minderjarige] ’s wens te honoreren en [voornaam minderjarige] de wijde wereld in te laten gaan. De kinderrechter zal daarom het resterende verzoek tot een machtiging gesloten jeugdhulp verlenen tot 29 juni 2021. Ter zitting is een plaatsing in het netwerk, bij de nicht van [voornaam minderjarige] , besproken, waar [voornaam minderjarige] mogelijk terecht zou kunnen. De komende periode dient de GI deze plaatsing te onderzoeken. Indien deze plaatsing positief wordt gescreend, kan [voornaam minderjarige] onder strikte voorwaarden daarheen.
Aangezien een nog langere machtiging gesloten jeugdhulp niet in het belang wordt geacht van [voornaam minderjarige] en er snel duidelijkheid moet komen over het perspectief, zal de kinderrechter het overige verzochte afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 29 mei 2021 tot 29 juni 2021;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2021 door mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 4 juni 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.