Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
UNIE VAN MAROKKANEN,
1..De procedure
- het tussenvonnis van 9 december 2020 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde processtukken;
- de akte overlegging beeldopnamen met toelichting van VUMG, met vier videobestanden;
- de antwoordakte van eisers, met producties;
- de antwoordakte van VUMG, met productie;
- het verzoek van eisers om op de laatste productie van VUMG te mogen reageren en de afwijzing van dit verzoek door de rechtbank (met de mededeling dat de rechtbank acht zal slaan op artikel 19 Rv).
2..De verdere beoordeling
het tussenvonnis
Omdat eisers vernietiging vorderen van de besluiten van 29 mei 2019, rust op hen de stelplicht en bewijslast van de onrechtmatigheid van deze besluiten (artikel 150 Rv).(…)
Eisers stellen niet concreet en per eiser wat die op 28 mei 2019 precies heeft gedaan (of juist niet heeft gedaan) en waarom daaruit volgt dat het lidmaatschap van die eiser niet opgezegd had mogen worden.(…) Eisers stellen daarentegen wel uitdrukkelijk dat zij niet door de moskee zijn gaan rennen of zijn gaan vechten, maar dat zij juist door anderen zijn aangevallen. Eisers bieden voorts aan dit te bewijzen. Onder deze omstandigheden gaat het naar het oordeel van de rechtbank te ver om de vordering tot vernietiging van de besluiten van 29 mei 2019
reeds thansaf te wijzen wegens het niet voldoen aan de stelplicht. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het bestuur in zijn besluiten van 29 mei 2019 niet gedetailleerd en per eiser heeft toegelicht welke concrete feitelijke gedragingen ten grondslag liggen aan de opzegging van het lidmaatschap en het terreinverbod voor een jaar of zes maanden. Een meer uitvoerige uiteenzetting hierover is naar het oordeel van de rechtbank pas gegeven in een op 2 september 2020 ingediende productie (…). Voorts zegt VUMG dat zij de genomen besluiten kan staven met beeldopnamen, echter zonder deze op eigen initiatief over te leggen. In deze situatie is het niet onbegrijpelijk dat eisers ter bestrijding van de besluiten van 29 mei 2019
vooralsnoghebben volstaan met een vrij algemeen betoog, de stelling dat de door VUMG gegeven beschrijving van de gang van zaken onjuist is en een bewijsaanbod.
Eisers worden vervolgens in de gelegenheid gesteld een akte te nemen waarinwordt ingegaan op de beeldopnamen en voorts
concreet en gedetailleerd wordt toegelicht en onderbouwd wat iedere eiser op 28 mei 2019 heeft gedaan (of juist niet heeft gedaan) en waarom daaruit volgt dat het lidmaatschap van die eiser niet opgezegd had mogen worden en ook het terreinverbod vernietigbaar is.Daarnaast dienen eisers in hun akte concreet te vermelden hoe zij eventueel bewijs kunnen leveren van hun stellingen.
Na de antwoordakte van VUMG worden partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de gewenste wijze van voortzetting van de procedure. Tenzij er redenen blijken te zijn om de procedure niet of op een andere manier voort te zetten, zal de rechtbank vervolgens in een vonnis beoordelen of redelijkerwijs van VUMG niet gevergd kon worden het lidmaatschap van eisers te laten voortduren (artikel 4 lid 3 van de statuten) en indien nodig een bewijsopdracht ter zake verstrekken.