Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam],
1..De procedure
- de dagvaarding van 19 augustus 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de brief van deze rechtbank van 26 november 2020 waarbij de mondelinge behandeling is bepaald,
- de overgelegde spreekaantekeningen van mr. Durlik,
- het (buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte) proces-verbaal van mondelinge behandeling van 18 februari 2021,
- het B16 formulier van 15 maart 2021 van Zegro,
- het B16 formulier van Zegro van 29 april 2021, houdende de reactie op het proces-verbaal.
2..De feiten
food, non-fooden dranken.
3..Het geschil
4..De standpunten van partijen
Hoofdsom € 193.000,04
Delftsestraat bestrijdt de stelling dat er tussen partijen in een bespreking van 7 februari 2019 overeenstemming was bereikt over de daadwerkelijke verschuldigdheid van facturen en het openstaande saldo. Medio juli 2019 kon Delftsestraat uit de eigen boekhouding afleiden dat het saldo van de nog openstaande facturen per 29 juli 2019 nog circa € 55.000,- zou zijn. Delftsestraat is dan ook van mening dat alle facturen die in de dagvaarding zijn genoemd zijn voldaan.
Volgens Delftsestraat dient de gevorderde rente te worden afgewezen. Bovendien is er geen aanleiding voor toekenning van buitengerechtelijke incassokosten anders dan het bedrag ad € 2.000,- dat door Delftsestraat al met betrekking tot de kwestie is voldaan.
5..De beoordeling
besproken(dus niet:
afgesproken) zijn maar anderzijds staat onder 5. “
We zijn het erover eens dat per 21-09-2018 de achterstand van [handelsnaam]
Zou je bovenstaande s.v.p. ook met [persoon B] en [persoon C] kunnen bespreken en bij mij op terug kunnen komen”.
6..De beslissing
7 juli 2021voor het nemen van aktes, om te beginnen aan de zijde van Delftsestraat, zoals bedoeld in de rechtsoverwegingen 5.7-5.9;
3255/32