Op 28 april 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een jeugdzaken waarin de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], werd verlengd. De kinderrechter oordeelde dat de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was uitgesproken op 6 mei 2020, moest worden verlengd tot 6 mei 2022. Dit besluit werd genomen omdat er nog steeds zorgen waren over de thuissituatie van [voornaam minderjarige], die in het verleden te maken had met huiselijk geweld en een onveilige opvoedomgeving. De moeder van [voornaam minderjarige] had recentelijk met haar naar Letland verhuisd, wat het zicht op de opvoedsituatie bemoeilijkte. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond werd aangewezen om de ondertoezichtstelling uit te voeren, ter vervanging van de huidige instelling, Jeugdbescherming West Haaglanden. De kinderrechter benadrukte het belang van een jeugdbeschermer om de situatie van [voornaam minderjarige] te monitoren en de communicatie tussen de ouders te verbeteren.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, bijgestaan door zijn advocaat, instemde met het verzoek van de gecertificeerde instelling. De advocaat van de moeder voerde geen verweer tegen het verzoek. De kinderrechter concludeerde dat de ouders momenteel niet in staat zijn om in het belang van [voornaam minderjarige] met elkaar te communiceren, wat de noodzaak van een jeugdbeschermer onderstreept. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.