ECLI:NL:RBROT:2021:5333
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Wajong-aanvraag wegens gebrek aan studerende status
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.J. Michielsen, had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, welke was afgewezen door verweerder. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de eiser niet als studerende werd aangemerkt in de zin van de Wet Wajong, omdat zijn arbeidsongeschiktheid na zijn achttiende verjaardag was ingetreden en hij niet voldeed aan de vereisten van de wet.
De eiser had in augustus 2015 een whiplashtrauma opgelopen door een motorongeval, wat leidde tot zijn arbeidsongeschiktheid. Hij had op 6 februari 2020 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, maar de verweerder concludeerde dat de opleiding van eiser niet voldeed aan de criteria van de wet. Tijdens de hoorzitting voerde eiser aan dat hij meer lesuren had dan de verweerder had vastgesteld en dat hij niet in staat was om zijn praktijkgedeelte van de opleiding af te ronden door het ongeval.
De rechtbank oordeelde dat de door eiser aangevoerde gegevens niet voldoende waren om aan te tonen dat hij als studerende kon worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de verweerder terecht had besloten om de aanvraag voor de Wajong-uitkering af te wijzen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.