Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 9 februari 2021, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties.
2..De feiten
Artikel 4
Aanbiedingsplicht van Erfpachter
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonbron, een woningbouwcorporatie, en een gedaagde die het recht van erfpacht op een perceel grond met woning had verkregen. De woningcorporatie heeft de erfpacht opgezegd nadat in de woning een hennepkwekerij was aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van een hennepkwekerij een ernstige tekortkoming is in de zin van artikel 5:87 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, waardoor de opzegging van de erfpacht gerechtvaardigd was. De gedaagde voerde aan dat zij weer in de woning woont met haar minderjarige zoon en geen vervangende woonruimte heeft, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet afdoen aan de ernst van de tekortkoming. De rechtbank wees de vordering van Woonbron tot ontruiming van de woning toe, maar verlengde de ontruimingstermijn tot 1 september 2021, zodat de gedaagde meer tijd had om een andere woning te vinden. Tevens verklaarde de rechtbank de inschrijving van het recht van erfpacht waardeloos per 1 juli 2021, omdat de erfpacht rechtsgeldig was opgezegd. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.