Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1],
2. [gedaagde 2],
3. [gedaagde 3],
4. [gedaagde 4],
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
.
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 4 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.P. Harten, en gedaagden, die gezamenlijk een huurachterstand hebben laten ontstaan. Eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, gelegen aan [adres], vanwege een huurachterstand van € 9.598,06, berekend tot en met januari 2021. Gedaagden hebben de vordering niet betwist, maar hebben wel aangevoerd dat zij door de coronacrisis in financiële problemen verkeren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden, ondanks de financiële omstandigheden van gedaagden. De rechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, met inbegrip van de betaling van de huurachterstand, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden zijn veroordeeld om het gehuurde binnen veertien dagen te ontruimen en de proceskosten te vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.