ECLI:NL:RBROT:2021:5637
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding over huurachterstand en ontruiming van een woning
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juni 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagde, waarbij gedaagde niet in de procedure is verschenen. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. drs. C. Sneevliet, vorderde ontruiming van de woning die gedaagde huurt, vanwege een huurachterstand van € 4.990,-. Eiseres stelde dat zij een spoedeisend belang had bij de vordering, omdat zij als particuliere verhuurder in financiële problemen kon komen door de huurachterstand. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 juni 2021, waarbij eiseres ter zitting aanwezig was, maar gedaagde niet. De kantonrechter verleende verstek aan gedaagde, omdat deze correct was opgeroepen voor de zitting.
De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was van de huurachterstand en dat eiseres een spoedeisend belang had bij de gevorderde voorzieningen. De vordering werd toegewezen, met de bepaling dat gedaagde de woning binnen 14 dagen na de uitspraak moest ontruimen. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat eiseres direct uitvoering kon geven aan de uitspraak, ook al zou gedaagde in hoger beroep gaan. Het vonnis bevatte ook bepalingen over de wettelijke rente en nakosten, die gedaagde verschuldigd was aan eiseres.