Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 april 2021;
- de 17 producties van [naam eiseres] ;
- de 5 producties van [naam gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling op 28 mei 2021;
- de pleitnota van [naam gedaagde] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee buren over een geschil met betrekking tot de erfgrens en de gevolgen daarvan voor de eigendommen van beide partijen. Eiseres, eigenaar van een woning te Vlaardingen, vordert herstel van de daktrim en de oprit in de oorspronkelijke staat, alsook het staken van werkzaamheden door gedaagde, die recentelijk een uitbouw heeft gerealiseerd en werkzaamheden aan de erfgrens heeft uitgevoerd. De procedure is gestart met een dagvaarding op 30 april 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 mei 2021. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de eigendomsrechten van beide partijen en de noodzaak van een grensreconstructie door het Kadaster. De rechter heeft geoordeeld dat eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een inbreuk op haar eigendomsrecht door gedaagde. De vorderingen tot herstel van de daktrim en de oprit zijn afgewezen, maar de rechter heeft wel geoordeeld dat gedaagde alle werkzaamheden aan de erfgrens moet staken totdat er in een bodemprocedure over de erfgrens is geoordeeld. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde deze veroordeling niet naleeft. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.