In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 mei 2021 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind], geboren in 2005. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 30 april 2021 een verzoek ingediend voor de ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de moeder, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] onder toezicht moet worden gesteld, omdat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die zijn ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter heeft ook geconstateerd dat [naam kind] kwetsbaar en beïnvloedbaar is, en dat hij zich heeft onttrokken aan het gezag van volwassenen en aan de hulpverlening. De Raad heeft aangegeven dat [naam kind] langer de tijd nodig heeft om te leren om het anders te doen, en dat de zorgen rondom zijn veiligheid zijn toegenomen.
De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van 3 juni 2021. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.