Op 6 januari 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, de ouders en andere belanghebbenden gehoord tijdens een mondelinge behandeling met gesloten deuren. De ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. C.P. Timmers, hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. De GI heeft aangegeven dat er vermoedens zijn van kindermishandeling en dat de terugplaatsing van [voornaam minderjarige] bij de ouders pas kan plaatsvinden als er duidelijkheid is over het politieonderzoek naar de ouders.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] nog steeds aanwezig zijn en dat de veiligheid van het kind bij de grootouders moederszijde gewaarborgd is. De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van drie maanden, met de bedoeling om toe te werken naar een gezinsopname, behoudens contra-indicaties. De ouders hebben aangegeven dat zij willen dat [voornaam minderjarige] zo snel mogelijk weer bij hen komt wonen, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat dit op dit moment niet mogelijk is. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 16 januari 2021.