ECLI:NL:RBROT:2021:5768

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
22 juni 2021
Zaaknummer
C/10/617967 / JE RK 21-1221 en C/10/619536 / JE RK 21-1492
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtigingen gesloten jeugdhulp en uithuisplaatsing voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in de zaken met betrekking tot de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 20 juni 2022, en machtigingen verleend voor gesloten jeugdhulp en uithuisplaatsing. De minderjarige verblijft momenteel in de gesloten accommodatie Schakenbosch in Leidschendam. De verzoeken zijn ingediend door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI). De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen en om een machtiging tot uithuisplaatsing in een open instelling, De Beele in Voorst, voor de duur van één jaar. De kinderrechter heeft de verzoeken toegewezen, waarbij rekening is gehouden met de zorgen over het gedrag van de minderjarige, die moeite heeft met het reguleren van zijn emoties en agressie. De ouders hebben zich niet verzet tegen de verzoeken van de GI en hebben verklaard dat de minderjarige gebaat is bij de plaatsing bij De Beele. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend van 11 juni 2021 tot 1 juli 2021, en de machtiging tot uithuisplaatsing van 21 juni 2021 tot 20 juni 2022. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 17 juni 2021.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/617967 / JE RK 21-1221 en C/10/619536 / JE RK 21-1492
datum uitspraak: 8 juni 2021
beschikking verlenging ondertoezichtstelling, machtiging gesloten jeugdhulp en machtiging uithuisplaatsing
in de zaken van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] , hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 2 juni 2021, ingekomen bij de griffie op
2 juni 2021.
Op 8 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die (telefonisch) werd bijgestaan door mr. Y.L. Zandbergen,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten mw. [naam vertegenwoordigster] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft in de gesloten accommodatie Schakenbosch in Leidschendam.
Bij beschikking van 31 juli 2020 zijn de ondertoezichtstelling en de machtiging om [voornaam minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gezinsgerichte voorziening verlengd tot 2 augustus 2021.
Bij beschikking van 11 maart 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [voornaam minderjarige] verleend tot 11 juni 2021.

De verzoeken en het standpunt van de GI

De GI heeft in eerste instantie enkel een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling. Dit verzoek is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/617967 / JE RK 21-1221.
Na indiening van voornoemd verzoek is gebleken dat er per 21 juni 2021 een plek voor [voornaam minderjarige] is in een open instelling, te weten De Beele in Voorst. De GI heeft daarom verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 21 juni 2022 en om een machtiging tot uithuisplaatsing af te geven voor een open instelling voor de duur van één jaar, te weten van 21 juni 2021 tot 21 juni 2022. Ook heeft de GI in dit verzoek verzocht om de duur van de machtiging gesloten jeugdhulp, vanwege de plaatsing in De Beele, te beperken tot 21 juni 2021. Dit verzoek is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/619536 / JE RK 21-1492.
De GI heeft ter zitting de verzoeken gehandhaafd en desgevraagd aangegeven dat het inderdaad wenselijk is om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen tot 1 juli 2021 (in plaats van 21 juni 2021), zodat er geen problemen ontstaan indien [voornaam minderjarige] wegens onvoorziene omstandigheden niet op 21 juni 2021 in De Beele terecht kan.
De verzoeken zijn als volgt nader toegelicht. De afgelopen vier weken was [voornaam minderjarige] erg onrustig en is hij bij Schakenbosch betrokken geweest bij veel incidenten. [voornaam minderjarige] heeft er nog steeds moeite mee als hij op zijn gedrag wordt aangesproken. Hij wordt dan verbaal en fysiek agressief. [voornaam minderjarige] is wel zeer gemotiveerd voor de open plek bij De Beele, waar hij naar verwachting op 21 juni 2021 zal worden geplaatst. Ondanks de incidenten die hebben plaatsgevonden, denkt men dat [voornaam minderjarige] klaar is voor een plek in een open setting. De verwachting is dat dit ook voor zijn gedrag een positieve impuls zal zijn.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens [voornaam minderjarige] heeft zijn advocaat zich ter zitting niet verzet tegen de verzoeken van de GI. De advocaat heeft aangegeven dat het wenselijk is om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen tot 1 juli 2021, voor het geval zich onvoorziene omstandigheden zouden voordoen waardoor [voornaam minderjarige] op 21 juni 2021 nog niet bij De Beele terecht kan.
Tijdens het kindgesprek heeft [voornaam minderjarige] aangegeven dat hij het eens is met zijn plaatsing bij De Beele en dat hij zo snel mogelijk weg wil bij Schakenbosch.
De moeder heeft zich ter zitting niet verzet tegen de verzoeken van de GI en verklaard dat [voornaam minderjarige] gebaat is bij de plaatsing bij De Beele.
De vader heeft zich ter zitting evenmin verzet tegen de verzoeken van de GI en verklaard dat [voornaam minderjarige] , alhoewel de plek ver weg en stil is, gebaat is bij de plaatsing bij De Beele.

De beoordeling

Ten aanzien van de ondertoezichtstelling
Op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom het – niet weersproken – verzoek toewijzen en de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de verzochte duur tot 20 juni 2022.
Ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp en de reguliere machtiging uithuisplaatsing
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat aan voornoemde voorwaarden is voldaan. Zo zijn er nog steeds zorgen over het gedrag van [voornaam minderjarige] . Hij heeft moeite om zijn emoties en agressie te reguleren. Als gevolg hiervan is hij veelvuldig betrokken bij incidenten en laat hij verbaal en fysiek agressief gedrag zien. De ouders hebben moeite om zelfstandig het gedrag van [voornaam minderjarige] te hanteren. Vanwege de zorgen verblijft [voornaam minderjarige] sinds december binnen de gesloten jeugdhulpinstelling Schakenbosch. [voornaam minderjarige] heeft baat bij de geboden behandeling en structuur op deze plek. Het verlof van [voornaam minderjarige] bij de ouders verloopt momenteel goed en is uitgebreid naar een nacht logeren om de andere week bij de andere ouder. Het is echter wel duidelijk dat het perspectief van [voornaam minderjarige] niet meer bij zijn ouders ligt.
In de afgelopen periode is [voornaam minderjarige] aangemeld voor een open behandelgroep. Op 21 juni 2021 kan [voornaam minderjarige] bij De Beele in Voorst worden geplaatst. Dit is een positieve ontwikkeling. Tot die tijd is het van belang om de plaatsing van [voornaam minderjarige] binnen Schakenbosch voort te zetten. De kinderrechter is echter wel van oordeel dat, zeker in tijden van corona, rekening moet worden gehouden met mogelijke onvoorziene omstandigheden waardoor de plaatsing bij De Beele met enige dagen vertraagd zou kunnen worden. Gelet hierop en om de termijn met de reguliere machtiging en de ondertoezichtstelling gelijk te laten verlopen, zal de machtiging gesloten jeugdhulp worden verleend met ingang van 11 juni 2021 tot 1 juli 2021. Daarnaast zal de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder worden verleend met ingang van 21 juni 2021 tot 20 juni 2022, omdat de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] gelet op al het voorgaande noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 20 juni 2022;
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [voornaam minderjarige] met ingang van 11 juni 2021 tot 1 juli 2021;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder met ingang van 21 juni 2021 tot 20 juni 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2021 door mr. L. Amperse, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. van der Aa als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 juni 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.