In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 juni 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], en de verlening van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, zijn ouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland Zuid aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] onder toezicht is gesteld en dat er eerder machtigingen tot uithuisplaatsing zijn verleend. De ouders hebben ingestemd met de verzoeken van de gecertificeerde instelling, die heeft verzocht om de verlenging van de uithuisplaatsing en de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. Er is sprake van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige belemmeren. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 28 oktober 2021 en de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes maanden, met als doel de veiligheid van [voornaam minderjarige] en zijn gezin te waarborgen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.