ECLI:NL:RBROT:2021:5916

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juni 2021
Publicatiedatum
23 juni 2021
Zaaknummer
C/10/618917 / JE RK 21-1385
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 juni 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, haar moeder en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland Zuid aanwezig waren. De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan een coach van de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder en dat de minderjarige momenteel verblijft bij Schakenbosch. Eerder is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld en is er een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend, die steeds is verlengd.

De gecertificeerde instelling heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden, omdat er zorgen zijn over de onveilige situaties waarin [voornaam minderjarige] zich kan bevinden. De kinderrechter heeft geconstateerd dat er op dit moment geen geschikte plek voor [voornaam minderjarige] beschikbaar is, maar dat er wel een jeugdhulpaanbieder is gevonden die op korte termijn een passende plek kan bieden. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van [voornaam minderjarige] is om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlengen, zodat zij bij Schakenbosch kan blijven totdat er een passende vervolgplek is gevonden.

Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor de periode van vier maanden, van 16 juni 2021 tot 16 oktober 2021, en het overige verzochte af te wijzen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 juni 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/618917 / JE RK 21-1385
Datum uitspraak: 11 juni 2021

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland Zuid,

gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. Y.L. Zandbergen, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

Mw. Nathalie [naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 21 mei 2021, ingekomen bij de griffie op 21 mei 2021;
- de verklaring d.d. 21 mei 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 9 juni 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 11 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak mondeling behandeld met gesloten deuren.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die apart is gehoord, bijgestaan door mr. mr. Y.L. Zandbergen;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan mw. [naam coach] , coach.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft bij Schakenbosch.
Bij beschikking van 6 maart 2020 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 6 maart 2022. Bij beschikking van 11 december 2019 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend. Daarna is er telkens een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 16 juni 2021.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.
De GI wijzigt het verzoek in die zin dat de GI verzoekt om een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden. Gisteren is bekend geworden dat [voornaam minderjarige] een plek krijgt bij Jeugdformaat. Het duurt nog minimaal drie maanden voordat deze plek vrijkomt. De GI verzoekt om de verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp voor een langere duur, zodat [voornaam minderjarige] bij Schakenbosch kan blijven terwijl zij wacht op haar plek bij Jeugdformaat. De GI is van mening dat het overplaatsen van [voornaam minderjarige] naar een open groep in afwachting van haar plek bij Jeugdformaat een te groot risico is. Ook overplaatsing naar een open groep op Schakenbosch is niet mogelijk, omdat er geen passende open groep is voor [voornaam minderjarige] en dit irritatie op zal leveren. Daarnaast levert het onnodig veel spanning op voor [voornaam minderjarige] om de machtiging nu slechts voor de duur van drie maanden te verlengen en druk op Jeugdformaat te zetten. Voorts vreest de GI dat Jeugdformaat zich terugtrekt als er te veel druk op de plaatsing wordt gezet. Het is positief dat [voornaam minderjarige] in afwachting van haar overplaatsing al start met School2Care en dat [voornaam minderjarige] haar stageplaats kan behouden. Ook start een trajectcoach vanuit Jeugdformaat zodat [voornaam minderjarige] kan toewerken naar haar overplaatsing.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

stemt, mede bij monde van haar advocaat, in met het verzoek van de GI. Enerzijds is [voornaam minderjarige] erg blij dat er een plek voor haar is bij Jeugdformaat. Anderzijds zit [voornaam minderjarige] nog altijd in spanning omdat zij telkens op het laatste moment wordt afgewezen voor een plek. De advocaat van [voornaam minderjarige] verzoekt namens [voornaam minderjarige] om het verzoek toe te wijzen voor een kortere duur, te weten van drie maanden, nu er zicht is op een plek bij Jeugdformaat. De advocaat verzoekt het overige gedeelte van het verzoek af te wijzen om verdere spanningen voor [voornaam minderjarige] in aanloop naar een zitting te voorkomen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend als naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
De kinderrechter constateert dat er op dit moment geen geschikte plek voor [voornaam minderjarige] beschikbaar is. De kinderrechter constateert eveneens dat er wel een jeugdhulpaanbieder is gevonden die [voornaam minderjarige] op korte termijn een passende plek aan heeft geboden. Jeugdformaat heeft aangegeven dat deze plek in ieder geval de komende drie maanden nog niet beschikbaar is. Nu [voornaam minderjarige] nog niet terecht kan bij Jeugdformaat, leidt dit tot de vraag of er voldoende noodzaak bestaat voor [voornaam minderjarige] om in afwachting van de overplaatsing in de gesloten jeugdhulp te verblijven. Uit de overgelegde stukken en mondelinge behandeling is gebleken dat er bij [voornaam minderjarige] nog altijd ernstige zorgen zijn over de onveilige situaties waarin zij zichzelf brengt als er te veel spanningen zijn. Daarnaast is de kinderrechter met de GI van mening dat het niet in het belang van [voornaam minderjarige] is om op zo’n korte termijn meerdere keren van plek te wisselen. Voorts is er geen open groep beschikbaar die passend is voor [voornaam minderjarige] . De kinderrechter is van oordeel dat wanneer [voornaam minderjarige] niet op een voor haar passende groep wordt geplaatst dit te veel spanningen op zal leveren en dit niet in het belang van [voornaam minderjarige] is. Gelet hierop is de kinderrechter van oordeel dat er de noodzaak bestaat om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlengen zodat [voornaam minderjarige] bij Schakenbosch kan blijven totdat zij een passende vervolgplek heeft gevonden.
De volgende vraag die voorligt is hoelang deze noodzaak blijft bestaan. [voornaam minderjarige] en haar advocaat hebben aangevoerd dat nu Jeugdformaat heeft aangegeven dat zij in ieder geval de komende drie maanden geen plaats voor [voornaam minderjarige] hebben, de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden dient te worden toegewezen en voor het overige dient te worden afgewezen om op die wijze de druk op te voeren en zo snel mogelijk een plaatsing van [voornaam minderjarige] bij Jeugdformaat te verzekeren. Wanneer de kinderrechter hier gehoor aan zou geven, zou dit het risico opleveren dat Jeugdformaat hieraan niet kan voldoen en dat [voornaam minderjarige] haar plek bij Jeugdformaat zal verliezen. Het verliezen van de voor [voornaam minderjarige] passende plek is zeker gezien de tijd die [voornaam minderjarige] al heeft moeten wachten niet in haar belang. Als de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp voor de verzochte duur toewijst, wordt het vrijmaken van een plek bij Jeugdformaat minder urgent en is te verwachten dat [voornaam minderjarige] de volledige duur van de machtiging wacht op een overplaatsing. Ook dit is niet in het belang van [voornaam minderjarige] . De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van vier maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 16 juni 2021 tot 16 oktober 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het overig verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2021 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. de Leeuw, als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 juni 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.