ECLI:NL:RBROT:2021:6006

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juni 2021
Publicatiedatum
25 juni 2021
Zaaknummer
71/063796-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen van grote geldbedragen met vrijspraak voor gewoontewitwassen

Op 28 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen van grote geldbedragen. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte] en woonachtig in [adres verdachte], was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd in de P.I. Rotterdam. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte voor een periode van 54 maanden gevangenisstraf zou worden veroordeeld, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie. Tijdens de zitting op 14 juni 2021 werd vastgesteld dat de verdachte op 5 maart 2021 was aangehouden na het overhandigen van twee plastic boodschappentassen met daarin een aanzienlijk geldbedrag aan een medeverdachte. In de auto van de verdachte werd ook een verborgen ruimte aangetroffen met bijna vijf ton in contanten. De verdachte had een bekennende verklaring afgelegd, maar ontkende andere geldtransporten te hebben uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van gewoontewitwassen, omdat de verdachte niet kon worden bewezen dat hij op de data in zijn kalender daadwerkelijk geldbedragen had vervoerd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het derde ten laste gelegde feit, maar verklaarde de eerste twee feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, met aftrek van voorarrest, en verklaarde een aantal in beslag genomen voorwerpen verbeurd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 71/063796-21
Datum uitspraak: 28 juni 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
wonende te [adres verdachte]
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de P.I. Rotterdam, locatie De Schie, [verblijfadres verdachte] ,
raadsman mr. B.J. de Pree, advocaat te Utrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 juni 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.A.M. van den Brand heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vierenvijftig maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1. en 2. ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Vrijspraak
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 3 kan worden bewezen. Voor het bewijs heeft zij gewezen op de in de mobiele telefoon van de verdachte aangetroffen aantekeningen, gecombineerd met de tekstberichten van de provider die in dezelfde telefoon zijn aangetroffen, waarin de gebruiker welkom wordt geheten in Nederland of België.
4.2.2.
Standpunt raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van feit 3 dient te worden vrijgesproken nu niet kan worden bewezen dat de verdachte in die periode meerdere transporten heeft voltooid waarbij hij geld heeft vervoerd.
4.2.3.
Beoordeling
Op 5 maart 2021 is de verdachte aangehouden op verdenking van witwassen nadat door verbalisanten was gezien dat hij op straat in Schiedam aan een medeverdachte twee plastic boodschappentassen overhandigde. In deze tas bleek ruim zes ton in contanten te zitten. In een verborgen ruimte van de auto van de verdachte, een Opel Insignia met Duits kenteken, is vervolgens bijna vijf ton in contanten aangetroffen.
De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard sinds enige tijd in financiële problemen te verkeren en dat hij daarom voor een vergoeding deze feiten heeft gepleegd. In december 2020 is hij door mensen benaderd en is de onder hem in beslaggenomen Opel Insignia op zijn naam gezet. De verdachte wist dat er in deze auto een verborgen ruimte zat en hij wist hoe hij deze ruimte kon openen. De verdachte heeft tot slot verklaard dat hij drie of vier weken voor 5 maart 2021 een geldbedrag van € 290.000,- had vervoerd. Hij ontkent andere of meer geldtransporten te hebben verricht.
Tijdens de doorzoeking van de auto van de verdachte en bij zijn insluitingsfouillering zijn meerdere mobiele telefoons aangetroffen waarvan drie iPhones waren voorzien van Sky Ecc encryptie software. Op de mobiele telefoon die door de verdachte werd gebruikt, een mobiele telefoon van het merk Huawei P20 pro, zijn foto’s van aantekeningen aangetroffen. Eén van deze foto’s bevatte de afspraken die met betrekking tot het geldkoerieren waren gemaakt. Zo kreeg de verdachte een vergoeding voor een geldtransport en kreeg hij een onkostenvergoeding voor het tanken. In dezelfde telefoon zijn aantekeningen bij een kalender gevonden, zoals getallen bij verschillende data gevolgd door een letter “h” of “b.” In dezelfde telefoon zijn berichten van de provider aangetroffen met de teksten ‘welkom in Nederland’ of ‘welkom in België.’ De politie heeft geconcludeerd dat deze data en getallen op geldtransporten en geldbedragen zien die de verdachte naar Holland/Nederland of België heeft uitgevoerd. In totaal zouden achttien ritten zijn gemaakt, waarbij in totaal
€ 13.465.000,- door de verdachte zou zijn vervoerd.
Naar aanleiding van het voorgaande is vervolgens een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar het medeplegen van gewoontewitwassen door de verdachte.
Ter beoordeling ligt thans de vraag voor, of de verdachte schuldig is aan gewoontewitwassen, doordat hij vóór 5 maart 2021 geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of overgedragen terwijl hij wist dat die geldbedragen afkomstig waren uit enig misdrijf.
Uit de bewijsmiddelen in het dossier blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de verdachte op de data die in zijn kalender staan genoteerd, daadwerkelijk geldbedragen voorhanden heeft gehad, noch dat hij deze naar of uit Nederland of België heeft vervoerd. Van doorslaggevend belang is dat het door de verdachte genoemde bedrag van € 290.000,- niet wordt vermeld bij de getallen/veronderstelde bedragen in de kalender van de verdachte. Enig ander doorslaggevend bewijsmiddel, in combinatie met genoemde feiten en omstandigheden, ontbreekt voor het verwijt dat de verdachte van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, zodat naar het oordeel van de rechtbank het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat verdachte dit feit heeft gepleegd.
4.2.4.
Conclusie
Gelet op het hiervoor overwogene komt de rechtbank dan ook tot de slotsom dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 3. ten laste gelegde feit.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1. en 2. ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 5 maart 2021 te Schiedam
tezamen en in vereniging met anderen,
één of meer voorwerpen, te weten een geldbedrag van
600.040,00euro heeft verworven en voorhanden gehad en overgedragen,
terwijl hij, verdachte en van zijn mededaders wisten dat bovenomschreven geldbedrag
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
2.
hij op 5 maart 2021 te Schiedam, en/of Terheijden, gemeente
Drimmelen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
één of meer voorwerpen, te weten een geldbedrag van
499.830,00euroheeft verworven en voorhanden gehad en de verplaatsing heeft verborgen
terwijl hij, verdachte en een van zijn mededaders wisten dat bovenomschreven geldbedrag
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1. en 2., telkens:
medeplegen van opzetwitwassen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het witwassen van een zeer groot contant geldbedrag. Een deel van het geldbedrag heeft de verdachte op straat overgedragen in plastic boodschappentassen aan een onbekende, een ander deel van het geld heeft hij geplaatst in een verborgen ruimte in zijn auto. Het was zijn bedoeling om hiermee naar Duitsland te rijden.
Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, en is daarmee een bedreiging voor de samenleving. Witwassen bevordert bovendien het plegen van delicten, omdat door het wegsluizen van crimineel geld en/of het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden de opsporing van de onderliggende misdrijven wordt bemoeilijkt en zonder witwassen het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn. De rechtbank vindt dit dan ook een ernstig feit.
De rechtbank houdt er bij de strafbepaling rekening mee dat een groot deel van het geld is vervoerd in een professioneel aangebrachte verborgen ruimte in de auto van de verdachte. De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat professioneel aangebrachte verborgen ruimtes enkel dienen om strafbare goederen, zoals uit misdrijf verkregen geld, vuurwapens en verdovende middelen, aan het ambtelijk toezicht te onttrekken. Een professioneel aangebrachte verborgen ruimte is ook bedoeld voor herhaald gebruik. Dit geldt temeer nu het aanbrengen van een dergelijke ruimte behoorlijke kosten met zich brengt. Hoewel er onvoldoende bewijs is dat de verdachte daadwerkelijk eerdere geldtransporten heeft uitgevoerd, werkt deze professionaliteit van het onderhavige geldtransport wel strafverzwarend.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 mei 2021, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank zal, in het licht van hetgeen zij bewezen acht, een gevangenisstraf van kortere duur opleggen dan door de officier van justitie gevorderd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen folies, het geldbedrag van
€ 499.830,- en de Huawei-telefoon verbeurd te verklaren. Ten aanzien van de in beslag genomen Opel Insignia met verborgen ruimte en de drie iPhones met SKY encryptosoftware heeft zij gevorderd om deze te onttrekken aan het verkeer, de overige in beslag genomen zaken dienen aan de verdachte teruggeven te worden.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft zich niet over het beslag uitgelaten.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen folies, het geldbedrag van € 499.830,- en de mobiele telefoon van het merk Huawei zullen worden verbeurd verklaard.
De bewezen feiten zijn met betrekking tot en met behulp van deze voorwerpen begaan.
De in beslag genomen iPhones en de Opel Insignia zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit van de telefoons is in strijd met het algemeen belang.
Ten aanzien van de auto merkt de rechtbank het volgende op. In de auto waarin de verdachte reed en die onder hem in beslag is genomen is in een verborgen ruimte een groot geldbedrag aangetroffen. Deze verborgen ruimte is een speciaal geconstrueerde bergplaats die origineel niet thuishoort in een auto van dit merk en type en die (de naam impliceert het al) enkel tot doel kan hebben voorwerpen te ontrekken aan het oog van controlerende of met de opsporing van strafbare feiten belaste instanties. Bij teruggave van deze auto zou deze (opnieuw) kunnen worden gebruikt voor het vervoer van geld dat afkomstig is uit een misdrijf of andere verboden goederen, en de belemmering van de opsporing daarvan. Dat maakt dat het ongecontroleerde bezit van een voertuig met een verborgen ruimte in ieder geval in strijd is met het algemeen belang.
Ten aanzien van de overige in beslag genomen goederen, te weten: het geldbedrag à € 194,86, de klappers, de zak met papieren, de klappers van Leitz, de bandenpomp en de catalogussen van Tekmod zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 33b, 36b, 36c, 36d, 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 3. ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1. en 2.:
1. Folie met opschrift "50" ca 30 cm - voorwerpnummer: _654928;
2 Folie met opschrift "50" ca 30 cm - voorwerpnummer: _654937;
3 Folie met opschrift "100" - voorwerpnummer: _654938;
4 Folie met opschrift "50" - voorwerpnummer: _654939;
5 Folie met opschrift "50" - voorwerpnummer: _654940;
8 Contant geld uit verborgen ruimte - voorwerpnummer: _653141, 499.830 EURO;
17 Huawei P20 PRO - [naam verdachte] ;
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
7 Opel Insignia met verborgen ruimte - [kentekennummer] : voorwerpnummer: _652356;
14 SKY cryptotelefoon Apple SE - IBN code: [nummer 1];
15 SKY cryptotelefoon Apple 7 - IBN code: [nummer 2];
16 SKY cryptotelefoon Apple iphone SE - IBN code: [nummer 3];
- gelast de teruggave aan verdachte van:
6 Geld uit fouillering [naam verdachte] - voorwerpnummer: _654638, 194,86 EURO;
9 Catalogussen TEKMOD - voorwerpnummer: _652314;
10 Klapper 1 Leitz met adressen en telefoonnummers - voorwerpnummer: _
652315;
11 Klapper 2 Herlitz met adressen en telefoonnummers - voorwerpnummer: _
652316;
12 Bandenpomp - voorwerpnummer: _652317;
13 Zak met diverse papieren - voorwerpnummer: _652318.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mr. D. van Dooren en mr. F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. de Hooge, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Alleen de voorzitter is in staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 5 maart 2021 te Schiedam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen,
één of meer voorwerpen, te weten een geldbedrag van 600.040 euro, althans enig
geldbedrag, heeft verworven en/of voorhanden gehad, en/of overgedragen en/of
omgezet,
terwijl hij, verdachte en/of een van zijn mededaders wist(en), of althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven geldbedrag
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
(art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 5 maart 2021 te Schiedam, en/of Terheijden, gemeente
Drimmelen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen,
één of meer voorwerpen, te weten een geldbedrag van 499.830 euro, althans enig
geldbedrag,
heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of de verplaatsing heeft verborgen
terwijl hij, verdachte en/of een van zijn mededaders wist(en), of althans
redelijkerwijs had (den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven geldbedrag
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
( art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2021 tot en met 1 maart 2021 op één of meerdere plaatsen in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen,
één of meer voorwerpen, te weten één of meerdere geldbedragen van (in totaal)
7.805.000 euro, althans enig geldbedrag,
heeft verworven en/of voorhanden gehad, en/of overgedragen en/of omgezet,
terwijl hij, verdachte en/of een van zijn mededaders wist(en), of althans
redelijkerwijs had (den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven geldbedrag(en)
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf
en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 1 Wetboek van
Strafrecht)