ECLI:NL:RBROT:2021:6105

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
29 juni 2021
Zaaknummer
C/10/605854 / HA ZA 20-982
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid verkoper voor verkeerde levering van natriumnitriet in plaats van natriumnitraat en dekking onder verzekering voor schade door chemische reactie

In deze zaak heeft eiseres, een producent van koelsystemen, natriumnitraat besteld bij de verkoper, maar in plaats daarvan natriumnitriet ontvangen. Dit leidde tot een onbedoelde chemische reactie tijdens de productie, wat resulteerde in schade in het bedrijf van eiseres. Eiseres heeft de verkoper aansprakelijk gesteld voor de schade en heeft tevens een beroep gedaan op haar verzekeraar voor dekking onder haar verzekering. De verzekeraar heeft geweigerd dekking te bieden, met als argument dat er geen sprake was van een ontploffing in de zin van de polisvoorwaarden. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de algemene voorwaarden van de verkoper en de polisvoorwaarden van de verzekeraar. De rechtbank oordeelde dat de verkoper tekortgeschoten was in de levering van het juiste product, maar dat de aansprakelijkheid niet volledig kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres tegen zowel de verkoper als de verzekeraar afgewezen, en eiseres veroordeeld in de proceskosten van beide partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/605854 / HA ZA 20-982
Vonnis van 16 juni 2021
in de zaak van
[eiseres]
,
gevestigd te [vestigingsplaats eiseres] ,
eiseres,
advocaat mr. A.J. van Steenderen te Rotterdam,
tegen
1. de naamloze vennootschap
[gedaagde 1],
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde 1] ,
gedaagde,
advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2],
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam.
Partijen zullen hierna eiseres, de verzekeraar en de verkoper genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de twee dagvaardingen, met producties;
  • de conclusie van antwoord van de verzekeraar, met productie;
  • de conclusie van antwoord van de verkoper, met producties;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 13 april 2021 en de daarin genoemde
processtukken,
- de schriftelijke reactie van de verzekeraar op het (buiten aanwezigheid van partijen
opgemaakte) proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Eiseres produceert koelsystemen die worden ingebouwd in voertuigen. Eiseres vult deze koelsystemen met een door haar zelf ontwikkelde en geproduceerde vloeistof. Eiseres stelt deze vloeistof samen in een mengvat. Het mengvat is voorzien van een deksel. Voor de vervaardiging van de vloeistof wordt onder meer gebruik gemaakt van de grondstof natriumnitraat.
2.2.
Eiseres heeft op 11 november 2019 bij de verkoper een order geplaatst voor de levering van 48 zakken natriumnitraat.
2.3.
De verkoper heeft de bestelling bevestigd in een e-mailbericht van 12 november 2019. In het e-mailbericht staat onder meer:
“Hartelijk dank voor uw bestelling.
[..]
Gelieve in bijlage een ontvangstbewijs te vinden voor de opvolging van uw dossier. Gelieve dit document na te kijken en ons eventuele opmerkingen door te geven.
[…]
Om de toegevoegde orderbevestiging te kunnen lezen hebt u Adobe Acrobat Reader nodig.
U kan de Algemene verkoop[s]voorwaarden terugvinden op:
https://www.[...]”
2.4.
In de bijlage bij voormeld e-mailbericht van de verkoper wordt vermeld/ bevestigd wat eiseres besteld heeft. Onderaan deze bijlage staat:
“Alle verkopen zijn onderhevig aan onze algemene verkoop en verpakkingsvoorwaarden, te vinden op onze website https://www. […]”
2.5.
Op de factuur van de verkoper, gedateerd 25 november 2019 staat onder meer:
“Alle verkopen zijn onderhevig aan onze algemene verkoop en verpakkingsvoorwaarden, te vinden op onze website https://www
.[...]”
2.6.
In de algemene verkoopvoorwaarden van verkoper staat onder meer:
“5.4 Conformiteitscontrole:
Bij ontvangst van de Producten dient de Koper onmiddellijk te onderzoeken of de geleverde Producten in alle opzichten overeenkomen met het Contract, in het bijzonder wat betreft hoeveelheid en kwaliteit. (….) De Koper zal deze controle in alle omstandigheden uitvoeren voor hij de Producten in omloop of productie brengt. De Koper verbindt zich er bovendien toe de door [DE VERKOPER] geleverde Producten niet te gebruiken in een productiecyclus zonder zich er vooraf van vergewist te hebben dat de Producten overeenstemmen met de gewenste specificaties voor de betreffende productie. De Koper erkent dat hij het Contract aangaat op grond van zijn eigen ervaring en kennis en niet op grond van die van [DE VERKOPER] .”
[…]
8. BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID
[…]
8.2
Indien de Koper de inspectie bij aankomst en de conformiteitscontroles, waartoe hij krachtens deze AV gehouden is, niet verricht, zal uitsluitend de Koper aansprakelijk zijn voor alle directe en indirecte gevolgen die door het uitvoeren van die inspectie en controles vermeden hadden kunnen worden. Evenzo, wanneer de Koper een door [DE VERKOPER] geleverd Product aanvaardt, maar nadien vaststelt dat de specificaties niet overeenstemmen met het Contract, heeft hij niet langer het recht om een klacht in te dienen voor niet-conformiteit van dat Product. In dat geval is uitsluitend de Koper aansprakelijk voor alle directe, indirecte of gevolgschade veroorzaakt door het Product. [DE VERKOPER] kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld in de hierboven beschreven omstandigheden.
[…]
8.6 [
DE VERKOPER] is enkel aansprakelijk voor directe schade. Voor zover is toegestaan door de toepasselijke wet is [DE VERKOPER] onder geen beding aansprakelijk voor enige indirecte of gevolgschade (zij het op grond van contract, wet, of recht inclusief nalatigheid, en anderszins). In het bijzonder is [DE VERKOPER] nooit aansprakelijk voor winst- of inkomstenverlies, waardevermindering van goodwill, verlies van gebruik van voorzieningen, kosten van vervangende producten van een derde partij.
8.7
De maximale totale aansprakelijkheid van [DE VERKOPER] volgens of in verband met een contract, zal nooit de prijs van de Producten of diensten vastgelegd in het contract overschrijden.

9.KLACHTEN / HERSTEL

Claims met betrekking tot tekorten of Goederen die niet voldoen aan de overeengekomen specificaties dienen binnen 5 dagen na ontvangst schriftelijk door Koper bij Verkoper te worden ingediend. (…). Wanneer Verkoper in kennis wordt gesteld van schade aan de Goederen zoals bedoeld in dit artikel heeft Verkoper het recht om uitsluitend naar eigen oordeel de Goederen te repareren ofte vervangen. Wanneer Verkoper niet binnen de geldende termijn schriftelijk in gebreke wordt gesteld is Verkoper door Koper definitief en onvoorwaardelijk gevrijwaard van claims. Goederen kunnen niet zonder toestemming van Verkoper geretourneerd worden en transportkosten voor retourzending zijn niet voor rekening van Verkoper tenzij deze zich hiermee vooraf akkoord verklaart.”
2.7.
De bestelling is op 26 november 2019 geleverd bij eiseres. Op de (bijlage bij de) bestelbevestiging van de verkoper, op de factuur en op de productspecificatie die eiseres ontving tegelijk met haar bestelling staat dat het geleverde product natriumnitraat is.
2.8.
Op de verpakkingen van het door de verkoper geleverde product staat, in het Engels, ‘
sodium nitrite’ (in het Nederlands vertaald is dat: natriumnitriet).
2.9.
Op maandagochtend 16 december 2019 is schade geconstateerd in het bedrijf van eiseres. Deze schade was het gevolg van een chemische reactie waarbij een bijtende damp en/of vloeistof is vrijgekomen uit een mengvat waarin op de voorafgaande vrijdag de vloeistof was aangemaakt waarmee de koelsystemen gevuld worden. De bijtende damp en/of vloeistof is vrijgekomen via de opening in het vat waar het deksel tijdens het productieproces op was geplaatst. Het mengvat zelf is niet door inwendige druk (open)gescheurd noch anderszins beschadigd geraakt.
2.10.
Eiseres had in de relevante periode een zogenoemde Uitgebreide gevarenverzekering (met Vnab-nummer [nummer] ) bij de verzekeraar lopen. Op die verzekering zijn de Nederlandse Beursvoorwaarden voor Zaak- en
Bedrijfsschadeverzekering 2006 (NBZB 2006) van toepassing. Deze voorwaarden luiden – voor zover relevant – als volgt:
“ ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
2.1
DEKKING
Verzekerd wordt het zakelijk belang tegen schade als vermeld in artikel 2.1.1 en 2.1.2 indien en voorzover de schade het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan.
2.1.1
ZAAKSCHADE
Schade aan of verlies van de op het polisblad genoemde verzekerde gevaarsobjecten die is veroorzaakt door de in artikel 2.2 genoemde gevaren/gebeurtenissen, ongeacht of deze gevaren/ gebeurtenissen zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde gevaarsobjecten.
Schade aan of verlies van de verzekerde gevaarsobjecten ongeacht door welke oorzaak - behoudens de in artikel 2.4 genoemde uitsluitingen - is gedekt als die oorzaak het directe gevolg is van een verzekerd gevaar/gebeurtenis, onverschillig waar dit heeft plaatsgevonden.
2.1.2
BEDRIJFSSCHADE
(…)
2.2
GEVAREN/GEBEURTENISSEN
(…)
2.2.2
ONTPLOFFING
Onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende.
Voor de vaststelling of sprake is van een ontploffing dient het volgende onderscheid te worden gemaakt.
2.2.2.1 Binnen een vat
Binnen een - al dan niet gesloten - vat dient een opening in de wand van het vat te zijn ontstaan door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk zijn geworden.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
2.2.22
Buiten een vat
[…]
2.2.23
Onder ontploffing wordt niet verstaan implosie.
[…]
2.2.20
BIJTENDE STOFFEN
Voor zover niet ontstaan als gevolg van reiniging, reparatie, vernieuwing of productiefouten.”
2.11.
Eiseres heeft de schade (via een tussenpersoon) gemeld bij haar verzekeraar. De verzekeraar heeft expertisebureau DEKRA ingeschakeld om een onderzoek te verrichten. DEKRA heeft in haar rapport van 24 december 2019 onder meer als volgt gerapporteerd. De hiervoor bedoelde vloeistof wordt door Dekra aangeduid als PCM (Phase Change Materials).
“Uit nader onderzoek is gebleken dat de vaste leverancier (
naam verkoper), een fout heeft gemaakt bij de laatst geleverde batch zouten. (Naam verkoper) heeft namelijk geen Natriumnitraat maar Natriumnitriet geleverd. In de aanvraag van verzekerde, de offerte, de sales order, de productspecificatie en in de factuur van (naam verkoper) vermeldt men echter Natriumnitraat. Volgens opgave van verzekerde is de menging derhalve door een laborant uitgevoerd aan de hand van de door (naamverkoper) ingediende productspecificatie van Natriumnitraat.
Natriumnitriet heeft andere eigenschappen, waardoor de zouten in de PCM met elkaar konden reageren. De PCM is tot hoge temperatuur opgewarmd en door een exotherme reactie hevig gaan koken. Hierdoor is overdruk ontstaan in de ketel, waardoor de deksel op enig moment van de ketel is gedrukt c.q. geploft. Van de 2.500 liter PCM is circa 2.000 liter in de werkplaats en de kantoorruimtes terecht gekomen.”
Door DEKRA is in een e-mail van 11 november 2020 naar aanleiding van door verzekeraar gestelde vragen het volgende geschreven:
“Er wordt gesproken over explosiegevaar, maar kijkend naar de tank en de deksel lijkt deze door een drukopbouw (ten gevolge van het koken) van de tank gedrukt. Vergelijkbaar met het koken van eten in een afgesloten pan op een gasfornuis. Kijkend naar onderstaande definitie van een explosie /
ontploffing in een vat voldoet deze niet aan de omschrijving daar er geen barst en/of opening in het vat is ontstaan.

Explosie- in de zin van de brandverzekering wordt hieronder verstaan: een gehele of gedeeltelijke ‘vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen. Ontploffingen kunnen worden onderscheiden in een reactie-ontploffing (de snelle ver-" branding van gas of stof, waarbij de expanderende verbrandingsgassen schade veroorzaken) en een vatontploffing (ontstaat wanneer de zich in een vat bevindende samengedrukte gassen of dampen een zodanige druk op de wand van het vat uitoefenen dat dit openbarst). […]”
Naast het bovenstaande is er, voor zover mij bekend, geen schade aan het vat ontstaan. Hetgeen er op duidt dat de deksel op het vat was 'geklikt' maar niet was gefixeerd c.q. geborgd door bijvoorbeeld klemmen of een soortgelijk systeem. Het voorgaande kan ik echter niet verifiëren aan de hand van foto's. Ik kon van de deksel uitsluitend bijgaande foto vinden in mijn digitale dossier."
2.12.
De verzekeraar heeft geweigerd tot uitkering over te gaan.
2.13.
Eiseres heeft de verkoper op 16 december 2019 aansprakelijk gesteld voor de schade.
2.14.
De verkoper heeft erkend het verkeerde product geleverd te hebben aan eiseres.

3..De vordering

3.1.
Eiseres vordert voor zover wettelijk mogelijk bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat de verzekeraar onder de verzekering met Vnab-nummer [nummer] dekking dient te verlenen voor de schade zoals die op 16 december 2019 geconstateerd is in het bedrijf van eiseres en gehouden is de schade conform polis te vergoeden, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2020, althans
vanaf een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen dag, tot aan de dag der algehele voldoening;
II. voor recht te verklaren dat de verkoper aansprakelijk is jegens eiseres voor het ontstaan van de schade als geconstateerd in het bedrijf van eiseres op 16 december 2019 en gehouden is de schade te vergoeden;
III. de verzekeraar te veroordelen aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te vergoeden de buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV. de verkoper te veroordelen aan eiseres tegen behoorlijk bewijs van kwijting te vergoeden de buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. de verzekeraar te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede in de nakosten;
VI. de verkoper te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede in de nakosten.

4..Het verweer

4.1.
De verzekeraar voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van eiseres bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de proceskosten en nakosten, beiden te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
De verkoper voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van eiseres bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de proceskosten en nakosten, beiden te vermeerderen met de wettelijke rente.

5..De beoordeling

De vorderingen tegen de verzekeraar

5.1.
Tussen partijen is in geschil of er dekking is onder de verzekering voor de zaaks- en bedrijfsschade van eiseres. In dit verband twisten partijen over de volgende punten:
  • is sprake van een
  • uitgaande van het vaststaande feit dat sprake is van schade door bijtende stoffen, is sprake van de hiervoor geldende uitsluiting omdat de bijtende stof is ontstaan door een
5.2.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor de beantwoording van de vraag welke rechten eiseres aan de verzekeringsovereenkomst kan ontlenen, is bepalend wat tussen partijen is overeengekomen. De rechtbank stelt voorop dat de discussie tussen partijen ziet op uitleg van de primaire dekkingsomschrijving (en de hierop opgenomen uitsluiting). Het staat de verzekeraar vrij om ten aanzien van de dekkingsomschrijving in de polisvoorwaarden de grenzen te omschrijven waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen.
Tussen partijen staat vast dat sprake is van een beurspolis en dat over de voorwaarden daarvan niet is onderhandeld. In dat geval biedt alleen de Haviltex-maatstaf onvoldoende aanknopingspunten om tot uitleg over te gaan en vindt de uitleg daarom mede plaats met gebruikmaking van de Chubb/Dagenstaed-maatstaf
Bij deze uitleg komt het met name aan op objectieve factoren zoals de bewoordingen van de bepaling, gelezen in het licht van de verzekeringsvoorwaarden als geheel en van de eventueel daarbij behorende toelichting.
Tegen deze achtergrond beoordeelt de rechtbank de tussen partijen bestaande geschilpunten.
Ontploffing in de zin van de polisvoorwaarden?
5.3.
Volgens eiseres is sprake geweest van een ontploffing in de zin van de polisvoorwaarden en is er daarom dekking onder de verzekering voor de door haar geleden schade. Eiseres voeren in dit verband, samengevat, het volgende aan.
Er is sprake van een
“eensklaps verlopende hevige krachtsuiting”als is voldaan aan de in artikel 2.2.2.1 NBZB genoemde vereisten.
Het plaatsvinden van een ”
eensklaps verlopende hevige krachtsuiting”is dus niet een extra zelfstandig vereiste voor ontploffing naast de in artikel 2.2.2.1 genoemde voorwaarden. Voor ontploffing binnen een vat is die voorwaarde: Binnen een - al dan niet gesloten - vat dient een opening in de wand van het vat te zijn ontstaan door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk zijn geworden.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
Eiseres zal dus moeten aantonen dat:
A. in het mengvat gassen op dampen aanwezig waren,
B. door de druk van die gassen of dampen een opening in een wand van het mengvat is ontstaan, en
C. als gevolg van het ontstaan van die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk is geworden.
Eiseres verwijst ter onderbouwing van dit standpunt naar een uitspraak van de Hoge Raad van 16 mei 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC2793) en de toelichting op een vergelijkbaar artikel in de NBUG 2006.
Onder verwijzing naar de bevindingen van Dekra stelt eiseres voorts dat niet in geschil is dat in het mengvat gassen en dampen aanwezig waren, dat als gevolg van een chemische reactie die in het vat heeft plaatsgevonden een (bijtende) damp/vloeistof is ontstaan, dat deze damp/vloeistof voor overdruk heeft gezorgd en dat het deksel van het vat is “gedrukt’ of “geploft’ door de druk van een en ander in het vat. In de visie van eiseres kwalificeert het van het vat ‘ploffen’ van het deksel als het vormen van een opening in de wand van een vat en is hierdoor een opening ontstaan waardoor de druk binnen en buiten het vat gelijk is geworden. Hierbij wijst eiseres erop dat het geen deksel is die los op het vat zit zoals bij een pan, maar dat het een klemmende deksel is zoals bij een koekblik. De deksel kan dus alleen door een hevige krachtsuiting van het vat zijn gegaan.
De omstandigheid dat het vat niet is gebarsten of anderszins beschadigd is geraakt, maakt het voorgaande in de visie van eiseres niet anders. De polisvoorwaarden stellen niet de eis van beschadiging van het vat.
5.4.
De verzekeraar betwist gemotiveerd dat sprake is geweest van een ontploffing in de zin van de polisvoorwaarden.
5.5.
De rechtbank overweegt als volgt. Uitleg van artikel 2.2.2 op de in overweging 5.2 beschreven wijze leidt er toe dat er in het kader van de verzekeringsvoorwaarden in ieder geval sprake is van een ontploffing (veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen) als er binnen een - al dan niet gesloten vat - een opening in de wand van het vat is ontstaan door druk van de zich in het vat bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vast plotseling aan elkaar gelijk wordt. In deze zaak staat vast dat er geen opening in de wand van het vat is ontstaan door de chemische reactie die is ontstaan omdat er natriumnitriet in plaats van natriumnitriet is gebruikt, maar dat het mengsel naar buiten is getreden door een reeds bestaande opening waarvan de deksel was losgeraakt. Die deksel was, zo heeft eiseres zelf gesteld, op het mengvat geplaatst op de manier van een deksel bij een koekblik. Anders dan eiseres stellen, kan laatstgenoemde situatie niet gelijk gesteld worden met het ontstaan van een opening in de wand van het vat als bedoeld in de polisvoorwaarden. Dit zou wellicht anders hebben kunnen zijn als was gesteld of gebleken dat voor het loslaten van de deksel van het vat eenzelfde hevige krachtsuiting nodig was als voor het doen ontstaan van een opening in de wand maar dit is niet het geval. Het Dekra-rapport biedt hiervoor ook geen of in ieder geval onvoldoende onderbouwing.
Productiefout in de zin van de polisvoorwaarden?
5.6.
Volgens eiseres is geen sprake van een productiefout en dus geen sprake van een uitsluiting op de dekking die geldt voor schade wegens bijtende stoffen. Eiseres stelt daartoe, samengevat:
- het samenvoegen van wat zout met water is een zeer eenvoudige handeling en kwalificeert daarom niet als
productie;
- van een
foutin de productie is ook geen sprake. De fout zit niet in de productie, maar in de levering van de verkeerde grondstof door een derde, de verkoper;
- er is geen sprake van een bijtende stof
die is ontstaan door een productiefout. Zout werkt immers altijd enigszins corroderend
.
5.7.
De verzekeraar betwist de standpunten van eiseres gemotiveerd.
5.8.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een productiefout in de zin van de polisvoorwaarden. Eiseres vervaardigt koelvloeistof in een mengvat en gebruikt daarvoor onder meer de grondstof natriumnitraat. Dat is productie. Als er geen sprake zou zijn van productie, valt niet in te zien waarom eiseres dan een mengvat moet gebruiken. Voor de productie had natriumnitraat gebruikt moeten worden maar er is natriumnitriet gebruikt. Dat is een fout.
Of de fout toerekenbaar is aan eiseres of aan een derde is irrelevant. De tekst van de polis maakt daarin geen onderscheid. Evenmin is relevant of zout op zich altijd al enigszins corroderend werkt. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van verzekeringsdekking dient te worden vastgesteld of er sprake is van schade door een bijtende stof en zo ja, of die bijtende stof is veroorzaakt door een productiefout. De stof die de schade heeft veroorzaakt, is een bijtende stof die door de productie met natriumnitriet is ontstaan. Of een van de afzonderlijke stoffen die zijn gebruikt voor de productie ook bijtend is, maakt voor deze conclusie niet uit.
5.9.
Het gevorderde zal worden afgewezen.
5.10.
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van de verzekeraar. Deze kosten worden begroot op € 1.782,00 zijnde € 656,00 aan griffierecht en € 1.126,00 aan salaris advocaat (conform de Liquidatietarieven, twee punten, tarief II ad € 563,00 per punt voor een vordering van onbepaalde waarde).
5.11.
De gevorderde nakosten zijn toewijsbaar overeenkomstig de tarieven die gelden per 1 februari 2021. De gevorderde proces- en nakosten zullen vermeerderd worden met de wettelijke rente, op de wijze als in het dictum is bepaald.
De vorderingen tegen de verkoper
5.12.
Uitgangspunt bij de beoordeling is dat de verkoper natriumnitriet heeft geleverd terwijl eiseres natriumnitraat besteld had. Dat is een tekortkoming van de verkoper. In beginsel heeft eiseres in geval van een dergelijke tekortkoming recht op vergoeding van de schade die zij als gevolg hiervan lijdt, tenzij de verkoper stelt en zo nodig bewijst dat de tekortkoming haar niet toerekenbaar is. De verkoper stelt niets dat de conclusie rechtvaardigt dat de tekortkoming niet aan haar toerekenbaar is. Met name maakt de verkoper niet duidelijk waarom het haar schuld niet is dat zij iets anders heeft geleverd dan eiseres besteld had. In beginsel is de verkoper dus schadeplichtig, tenzij haar - hierna te bespreken - verweren slagen.
Algemene voorwaarden: toepasselijkheid
5.13.
Partijen houdt verdeeld of de algemene (verkoop)voorwaarden van de verkoper op de tussen partijen gesloten overeenkomst toepasselijk zijn. Het antwoord op de vraag of de algemene voorwaarden die door een partij bij een overeenkomst worden gebruikt, op die overeenkomst van toepassing zijn geworden, volgt uit de in het algemeen geldende regels voor aanbod en aanvaarding, zoals deze zijn te begrijpen in het licht van de artikelen 3:33 en 3:35 BW.
5.14.
De rechtbank is van oordeel dat de algemene voorwaarden van de verkoper onderdeel uitmaken van de overeenkomst. De verkoper heeft haar algemene voorwaarden toepasselijk verklaard, door verwijzing daarnaar onderaan de e-mail van de verkoper van 12 november 2019 en tevens door verwijzing daarnaar in de bijlage bij dit e-mailbericht (de orderbevestiging). Eiseres heeft hier geen bezwaar tegen gemaakt.
5.15.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de verkoper aan eiseres een redelijke mogelijkheid tot kennisneming van de algemene voorwaarden heeft geboden. Artikel 6:234 lid 2 BW, eerste alinea, bepaalt: “De gebruiker heeft tevens aan de wederpartij de in artikel 233 onder b bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking heeft gesteld op een zodanige wijze dat deze door haar kunnen worden opgeslagen en voor haar toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij heeft bekend gemaakt waar van de voorwaarden langs elektronische weg kan worden kennisgenomen, alsmede dat zij op verzoek langs elektronische weg of op andere wijze zullen worden toegezonden.” Aan de voorwaarden in dit artikellid is voldaan. Zowel het voormelde e-mailbericht als de bijlage daarbij bevatten een verwijzing naar de website waar de algemene voorwaarden van de verkoper zijn te vinden. Volgens eiseres vallen de algemene voorwaarden op de desbetreffende website maar moeilijk te vinden. De rechtbank verwerpt deze stelling. De algemene voorwaarden zijn eenvoudig op deze website te vinden. Op de website van de verkoper staan 3 sets algemene voorwaarden vermeld, waarop doorgeklikt kan worden om van de inhoud kennis te kunnen nemen: 1) de algemene verkoopvoorwaarden, 2) de algemene koopvoorwaarden en 3) de algemene verpakkingsvoorwaarden. Eiseres heeft moeten begrijpen dat in dit geval de algemene verkoopvoorwaarden toepasselijk werden verklaard. Het ging immers om verkoop aan eiseres.
5.16.
De verkoper beroept zich op het exoneratiebeding in haar algemene voorwaarden. In het licht van dit beroep voert de verkoper tevens, samengevat, aan dat eiseres:
  • haar onderzoeksplicht heeft geschonden (artikel 5.4). De verkoper stelt dat zowel bij aflevering als bij het vervaardigen van het mengsel de controleplicht door eiseres niet in acht is genomen. De verkoper legt afbeeldingen over van de verpakkingen van zowel natriumnitriet als natriumnitraat. Volgens de verkoper valt het verschil in product duidelijk op de verpakking waar te nemen.
  • haar klachtplicht heeft geschonden (er moet worden geklaagd binnen vijf dagen na ontvangst van de goederen, artikel 9 algemene voorwaarden).
De verkoper betwist dat de door haar ingeroepen bedingen onredelijk bezwarend zijn.
5.17.
Volgens eiseres:
- zijn de bedingen waar de verkoper zich op beroept onredelijk bezwarend;
- is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de verkoper zich op deze bedingen beroept;
- is sprake van grove schuld, zodat aan de verkoper geen beroep toekomt op (de bedingen in) haar algemene voorwaarden. Eiseres wijst er daarbij op Univar gezien de aard van de zaken die zij levert bijzondere voorzichtigheid moest betrachten bij het verzenden van de bestelling Immers, het verzenden van natriumnatriet in plaats van natriumnitraat kan zeer verstrekkende gevolgen hebben, al was het maar omdat natriumnatriet een grondstof voor zelfgemaakte explosieven kan zijn. De verkoper heeft volgens eiseres onvoldoende maatregelen (in de vorm van onder meer protocollen/werkinstructies) genomen om te voorkomen dat dergelijke gevaarlijke stoffen in verkeerde handen komen.
5.18.
De stellingen van eiseres falen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de bedingen (onderzoeksplicht, klachtplicht en exoneratiebeding) waarop verkoper zich beroept niet onredelijk bezwarend. Het ligt voor de hand en is voor eiseres weinig bezwaarlijk om haar bedrijfsproces zo in te richten dat bij inontvangstname van het gekochte en/of bij aanvang van de productie, gecontroleerd wordt of het juiste product is geleverd. Naar ter zitting is gebleken, is het bedrijfsproces bij eiseres zo niet ingericht. Dit verklaart reeds waarom niet is opgemerkt dat het verkeerde product was geleverd en aan het mengsel was toegevoegd. Als eiseres wel een controle in haar bedrijfsproces had ingebouwd, had de controlerende medewerker gezien dat natriumnitriet in plaats van natriumnitraat was geleverd. Dat de woorden natriumnitriet en natriumnitriet op elkaar lijken, maakt dit niet anders, net zomin als dat op de verpakking de Engelse taal is gebezigd. Verwacht mag worden van eiseres dat zij haar werknemers in dat geval zo had geïnstrueerd dat deze de verschillen tussen het ene (Engelse) woord en het andere konden herkennen. Op het moment dat in dat geval door een werknemer was vastgesteld dat de levering niet klopte, is een termijn van 5 dagen om hierover te klagen bij de verkoper niet onredelijk kort.
Evenmin acht de rechtbank onredelijk bezwarend de bepaling dat eiseres bij niet inachtneming van voormelde verplichtingen door de koper niet aansprakelijk is voor de schade als gevolg van levering van de verkeerde goederen. Het gaat hier om een zakelijke overeenkomst tussen professionele partijen. Tussen professionele partijen zijn dergelijke bedingen in beginsel toegestaan. Eiseres is geen consument. Evenmin mag zij daarmee gelijk worden gesteld. Eiseres stelt dat zij maar een kleine onderneming heeft en verkoper juist een internationaal opererend concern. Eiseres heeft echter niet gesteld hoeveel/ hoe weinig omzet en personeel zij heeft. Daarom is de stelling onvoldoende onderbouwd. Afgezien hiervan gaat het in dit geval om een transactie die past binnen de normale bedrijfsvoering van eiseres.
5.19.
Op grond van de voorgaande overwegingen acht de rechtbank het beroep door de verkoper op genoemde bedingen evenmin naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. In dit oordeel weegt mee dat de lat om van een zodanige onaanvaardbaarheid te mogen spreken hoog ligt. Die lat wordt niet gehaald. Uitgangspunt is de vrijheid van een partij om in een contract vorm te geven aan rechten en plichten en om daar desgewenst een beroep op te doen.
5.20.
Mede gelet op het gemotiveerde verweer van de verkoper, er onder meer op neerkomend dat zij als bedrijf dat onder de werking van het Besluit risico’s zware ongevallen (BRZO) valt veel werkinstructies en protocollen heeft om verkeerde leveringen te voorkomen, heeft eiseres onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld ter onderbouwing van haar standpunt dat sprake is van grove schuld aan de zijde van verkoper. De levering van de verkeerde grondstof kwalificeert naar het oordeel van de rechtbank hoogstens als (gewone) schuld. Het beroep van eiseres op regelgeving ter voorkoming van het ongecontroleerd in het verkeer brengen van grondstoffen die voor terroristische doeleinden zouden kunnen worden gebruikt, faalt bovendien. Eiseres doelt hier, naar de rechtbank begrijpt, op hetgeen bij en krachtens de
Wet precursoren voor explosievenis bepaald. Die wet mist in dit geval toepassing. De wet voorziet in een vergunningplicht voor de verkoop van potentieel gevaarlijke grondstoffen aan particulieren en in een verplichting aan marktdeelnemers om verdachte transacties te melden. In onderhavig geval is geen sprake van verkoop aan een particulier en evenmin van een verdachte transactie. In het midden kan blijven of juist is het verweer dat het geleverde natriumnitriet, in tegenstelling tot het bestelde natriumnitraat, nu juist niét voorkomt op de lijst van stoffen die onder de werking van deze wet vallen.
5.21.
Het gevorderde zal daarom worden afgewezen.
5.22.
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van de verkoper. Deze kosten worden begroot op € 1.782,00 zijnde € 656,00 aan griffierecht en € 1.126,00 aan salaris advocaat (conform de Liquidatietarieven, twee punten, tarief II ad € 563,00 per punt voor een vordering van onbepaalde waarde).
5.23.
De gevorderde nakosten zijn toewijsbaar overeenkomstig de tarieven die gelden per 1 februari 2021. De gevorderde proces- en nakosten zullen vermeerderd worden met de wettelijke rente, op de wijze als in het dictum is bepaald.

6..De beslissing

De rechtbank
jegens de verzekeraar
6.1.
wijst het gevorderde af,
6.2.
veroordeelt eiseres in de proceskosten van de verzekeraar, tot op heden begroot op € 1.782,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van onderhavig vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,
6.3.
veroordeelt eiseres in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat eiseres niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van onderhavig vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,
6.4.
verklaart de proceskostenveroordelingen (6.2 en 6.3) uitvoerbaar bij voorraad,
jegens de verkoper
6.5.
wijst het gevorderde af,
6.6.
veroordeelt eiseres in de proceskosten van de verzekeraar, tot op heden begroot op € 1.782,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van onderhavig vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,
6.7.
veroordeelt eiseres in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat eiseres niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van onderhavig vonnis tot aan de dag van algehele voldoening,
6.8.
verklaart de proceskostenveroordelingen (6.6 en 6.7) uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2021.
[2517/1582]