ECLI:NL:RBROT:2021:6128

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
29 juni 2021
Zaaknummer
C/10/617453 / JE RK 21-1108
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van de jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 juni 2021 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 19 april 2021 een verzoekschrift ingediend voor een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van 12 maanden, vanwege zorgen over de thuissituatie van de moeder. De moeder heeft een belaste voorgeschiedenis met middelengebruik en psychische problematiek, en verblijft momenteel in een babyhuis waar het goed met haar en [voornaam minderjarige] gaat. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, een vertegenwoordigster van de Raad en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de problematiek van de moeder. Ondanks de positieve ontwikkelingen in de thuissituatie, zoals de motivatie van de moeder en de goede samenwerking met de GI, is de kinderrechter van oordeel dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de situatie van [voornaam minderjarige] te waarborgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling met ingang van 8 juni 2021 tot 8 juni 2022 uitgesproken, en verklaarde deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/617453 / JE RK 21-1108
datum uitspraak: 8 juni 2021

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2021 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 19 april 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 8 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mevrouw [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, Regio Midden, hierna te noemen: de GI, mevrouw [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verzocht voor de duur van 12 maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Tijdens de zwangerschap van de moeder bestonden er zorgen over haar thuissituatie vanwege problemen op meerdere leefgebieden. Zij kent een belaste voorgeschiedenis waarin sprake is geweest van middelengebruik en psychische problematiek. Sinds kort verblijft de moeder in een babyhuis waar het goed met haar en [voornaam minderjarige] gaat. Voor haar problematiek is tot op heden geen passende hulpverlening ingezet. Gelet hierop en mede gezien het gebrek aan perspectief en vanwege de kwetsbare situatie rondom de geboorte van [voornaam minderjarige] , is een ondertoezichtstelling voor twaalf maanden noodzakelijk.

Het standpunt van de GI

De GI heeft ter zitting het standpunt van de Raad ondersteund en daaraan het volgende toegevoegd. Vanwege de zorgen over de thuissituatie van de moeder is de GI vanuit het preventieve kader betrokken geraakt. Sinds kort is er een positieve ontwikkeling zichtbaar. De moeder is gemotiveerd, doet dingen vanuit zichzelf en haar relatie verloopt goed. Ook de samenwerking tussen de moeder en de GI verloopt zeer positief. Als deze ontwikkeling zich verder voortzet, heeft de GI er alle vertrouwen in dat de situatie over een half jaar kan worden geborgd.

Het standpunt van belanghebbende

De moeder heeft ter zitting aangegeven dat het goed met haar gaat. Hoewel er geen sprake was van ernstig middelengebruik, heeft de moeder wel middelen gebruikt. Zij ontvangt hiervoor ondersteuning vanuit Antes en er worden urinecontroles afgenomen. Recent heeft de moeder een afspraak gehad met een EMDR-therapeut. Gebleken is dat zij deze ondersteuning niet nodig heeft. Bij de geboorte van [voornaam minderjarige] zijn er zorgen over hem ontstaan. [voornaam minderjarige] ontwikkelt zich nu goed. De moeder vindt een ondertoezichtstelling niet per se nodig. Wanneer de huidige jeugdbeschermer bij de moeder betrokken blijft, kan zij wel met het verzoek van de Raad instemmen.

De beoordeling

De beslissingDe kinderrechter:

stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, Regio Midden, gevestigd te Gouda met ingang van 8 juni 2021 tot 8 juni 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.J.A. Batenburg
als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 juni 2021.
De griffier is buiten staat deze
beschikking mede te ondertekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.