ECLI:NL:RBROT:2021:6170
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding van de Arbeidstijdenwet zonder deugdelijke registratie van arbeids- en rusttijden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een bestuurlijke boete van € 7.500,- die aan eiseres was opgelegd wegens overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet (Atw). De boete werd opgelegd omdat eiseres geen deugdelijke registratie van de arbeids- en rusttijden van haar werknemers had bijgehouden. Eiseres had eerder al een waarschuwing ontvangen voor een soortgelijke overtreding in 2015, maar voldeed opnieuw niet aan de registratieverplichtingen. Eiseres voerde aan dat zij in de veronderstelling verkeerde dat registratie niet noodzakelijk was, omdat haar personeel volgens een vast rooster werkte. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres onvoldoende had aangetoond dat zij alles had gedaan om de overtreding te voorkomen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van verminderde verwijtbaarheid en dat de boete terecht was opgelegd. Eiseres had ook geen financiële noodsituatie aangetoond die zou rechtvaardigen dat de boete gematigd zou moeten worden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de opgelegde boete.