ECLI:NL:RBROT:2021:6173

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2021
Publicatiedatum
30 juni 2021
Zaaknummer
ROT 20/2535
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake spoedsluiting van een woning wegens illegale seksinrichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de spoedsluiting van een woning in Schiedam. De burgemeester van Schiedam had op 18 oktober 2019 een spoedsluiting bevolen van het pand voor de duur van twee weken, gevolgd door een verdere sluiting van drie maanden. Eiseres, de verhuurster van het pand, heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld, omdat zij van mening was dat de sluiting niet evenredig was en onvoldoende was gemotiveerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 18 oktober 2019 een illegale seksinrichting in het pand was aangetroffen, wat de burgemeester de bevoegdheid gaf om tot sluiting over te gaan. De rechtbank oordeelde dat de spoedsluiting gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de overtreding en de noodzaak om de openbare orde te herstellen. Echter, de rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdere sluiting na de spoedsluiting niet evenredig was, omdat eiseres aantoonde dat zij geen rol had gespeeld in de illegale activiteiten en dat zij adequate maatregelen had genomen om dit te voorkomen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde de situatie door het primair besluit II te herroepen, terwijl het primair besluit I in stand bleef. Eiseres kreeg recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 20/2535

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juni 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [woonplaats eiseres] , eiseres,

(gemachtigde: mr. L.A.E. Timmer),
en

de burgemeester van Schiedam, verweerder,

(gemachtigde: mr. M. Bijlsma).

Procesverloop

In het besluit van 18 oktober 2019, op schrift gesteld op 24 oktober 2019 (primair besluit I), heeft verweerder de spoedsluiting bevolen van het pand aan de [adres] (het pand) voor de duur van twee weken.
In het besluit van 1 november 2019 (primair besluit II) heeft verweerder een verdere sluiting van het pand bevolen voor de duur van drie maanden, met inbegrip van de voorafgaande spoedsluiting.
In het besluit van 21 april 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiseres tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juni 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Op 18 oktober 2019, omstreeks 21.50 uur, hebben toezichthouders van de gemeente
Schiedam naar aanleiding van een advertentie op de website [website] een controle uitgevoerd in het pand, omdat mogelijk sprake zou zijn van het exploiteren van
een seksinrichting zonder dat daarvoor een vergunning is verleend. De bevindingen van dit
onderzoek zijn neergelegd in een rapportage van 19 oktober 2019 (de rapportage). Uit de rapportage blijkt dat er tijdens de controle vier personen aanwezig waren en dat in het pand seksuele diensten werden aangeboden.
2. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat er, gelet op het Schiedams Prostitutiebeleid 2016 (het beleid), aanleiding bestond om het pand met spoedeisende bestuursdwang te sluiten. De illegale situatie in het pand moest namelijk direct worden beëindigd, en recidive en verdere aantasting van de openbare orde en de woon- en leefsituatie moest worden voorkomen. Ook was verdere sluiting van het pand noodzakelijk om de rol van het pand als illegale seksinrichting ongedaan te maken en de loop van klanten uit het pand te halen. Dat eiseres geen rol heeft gehad in de illegale seksinrichting maakt niet dat van de bevoegdheid geen gebruik gemaakt kan worden. Hiermee wijkt verweerder af van het advies van de Bezwaarschriftencommissie. Verweerder motiveert dit door erop te wijzen dat niet kon worden volstaan met een waarschuwing. Een langere sluiting van het pand was noodzakelijk om de gestelde doelen te bereiken. Verweerder heeft het algemeen belang laten prevaleren boven de persoonlijke belangen van eiseres, en stelt dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden.
3. De voor deze zaak toepasselijke wet- en regelgeving zijn opgenomen in de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
4. Eiseres voert aan dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd en er geen belangenafweging heeft plaatsgevonden. Verweerder wijkt onterecht af van het oordeel van de voorzieningenrechter en het advies van de Bezwaarschriftencommissie. Verweerder is namelijk ten onrechte overgegaan tot het sluiten van het pand en er had met lichtere middelen kunnen en moeten worden volstaan. Eiseres heeft er alles aan gedaan om het verhuren van het pand via Airbnb in goede banen te leiden. Ze heeft de gemeente Schiedam gevraagd waar de regels/voorwaarden voor het verhuren van een woning terug te vinden zijn, ze heeft als voorwaarde gesteld dat potentiële huurders over een geverifieerd identiteitsbewijs en goede referenties moeten beschikken. De desbetreffende huurster, [naam], had een geverifieerd identiteitsbewijs en negen positieve reviews. Eiseres kon onder deze omstandigheden redelijkerwijs niet vermoeden dat zij voor sekswerk in het pand hoefde te vrezen. Daarnaast staat het vast dat er hooguit gedurende een periode van vier dagen sekswerk in het pand werd beoefend. Eiseres heeft direct nadat was gebleken dat haar woning als illegale seksinrichting werd gebruikt melding gedaan bij de politie en bij Airbnb. Eiseres heeft geen enkele rol gehad bij de seksinrichting en verhuurt het pand niet meer, dus hoeft niet te worden gevreesd voor recidive. Ook hebben verschillende buren verklaard niets te hebben gemerkt van het sekswerk. Er is geen enkele aanleiding om te denken dat er sprake is van andere vormen van criminaliteit of een aanzuigende werking op criminaliteit. Verweerder stelt ten onrechte dat het pand zich in een wijk bevindt waar de woon- en leefsituatie onder druk staat. Eiseres had zelf in de gelegenheid gesteld moeten worden om eventuele herstelmaatregelen te nemen.
Bevoegdheid
5. Tussen partijen is niet in geschil dat op 18 oktober 2019 in het pand een illegale seksinrichting is aangetroffen. Verweerder was op grond daarvan in beginsel bevoegd gebruik te maken van zijn in artikel 3:11a, eerste lid, van de Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende gemeentelijke regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid (APV Schiedam 2013) opgenomen bevoegdheid.

Noodzakelijkheid

6.1
Nu de bevoegdheid om tot sluiting over te gaan vaststaat, dient aan de hand van de ernst en de omvang van de overtreding te worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.
6.2
Uit de rapportage blijkt dat er vier sekswerkers in het pand zijn aangetroffen. Uit verklaringen van de sekswerkers blijkt dat drie van de sekswerkers voor de vierde dag in het pand waren en één sekswerker voor de tweede dag in het pand was. Verder blijkt uit de verklaringen dat er minimaal 25 klanten zijn geweest. Uit de bevindingen van de toezichthouders blijkt dat er veel condoomverpakkingen, gebruikte condooms en vochtige doekjes en toiletpapier met vermoedelijk sperma erop zijn aangetroffen in het pand. Ook zijn er verklaringen van omwonenden in de rapportage opgenomen, waaruit blijkt dat er veel aanloop naar het pand was.
6.3
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aangetroffen situatie verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het noodzakelijk was om het pand met spoedeisende bestuursdwang te sluiten en gesloten te houden. Hiervoor acht de rechtbank van belang dat verweerder in redelijkheid heeft besloten dat de situatie direct beëindigd diende te worden, en dat deze periode noodzakelijk was om meer informatie te verkrijgen. Verweerder mocht er vanuit gaan dat er in het pand in korte tijd veel klanten zijn afgewerkt en dat er sprake is van een loop naar het pand. Ook is het, ondanks de overgelegde verklaringen door eiseres van buren die geen overlast hebben ervaren, gelet op de in de rapportage opgenomen verklaringen van buurtbewoners niet onaannemelijk dat er gedurende de vier dagen overlast is ervaren. Verweerder heeft zich dus in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het noodzakelijk is om het pand tijdelijk te sluiten om de rol van het pand als illegale seksinrichting ongedaan te maken, herhaling te voorkomen en ook verdere nadelige effecten ervan op het openbare leven en andere lokale omstandigheden te voorkomen.
Evenredigheid
7.1
Als sluiting van de woning noodzakelijk wordt geacht, neemt dit niet weg dat de sluiting ook evenredig moet zijn.
7.2
De rechtbank stelt voorop dat persoonlijke verwijtbaarheid aan de zijde van eiseres niet vereist is om van de bevoegdheid om tot sluiting van het pand over te gaan gebruik te maken. Dit neemt niet weg dat aan de voor eiseres mogelijk zeer ingrijpende gevolgen een zwaar gewicht dient te worden toegekend bij de beoordeling van de vraag of de burgemeester in redelijkheid van de bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken, en zo ja, of de wijze waarop de bevoegdheid is toegepast evenredig is. Hierbij dient verweerder alle omstandigheden van het geval te betrekken en te bezien of deze op zichzelf dan wel tezamen met andere omstandigheden, moeten worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, die maken dat het handelen overeenkomstig het beleid gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen.
Was de spoedsluiting evenredig?
7.3
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat spoedsluiting van het pand evenredig was, en niet met een andere, minder ingrijpende maatregel had kunnen worden volstaan. Verweerder heeft het algemeen belang bij het zo snel mogelijk een einde maken aan de illegale seksinrichting en het beëindigd houden daarvan op dat moment zwaarder mogen laten wegen dan het belang van eiseres. Hiervoor acht de rechtbank van belang dat verweerder op dat moment nog niet op de hoogte was, en kon zijn, van alle omstandigheden van het geval, en de aangetroffen situatie dermate ernstig was dat direct optreden vereist was. Bovendien had eiseres voor steeds korte periodes andere plekken waar zij kon verblijven.
Was de verdere sluiting evenredig?
7.4
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat verdere sluiting van het pand na de spoedsluiting voor de duur van twee weken evenredig was, en niet met een andere, minder ingrijpende maatregel had kunnen worden volstaan. Ondanks dat verweerder zich terecht op het standpunt stelt dat met het aantreffen van de illegale seksinrichting de openbare orde reeds was aangetast, had de belangenafweging bij de vraag of een verdere sluiting evenredig was in het voordeel van eiseres moeten uitvallen. Hiervoor acht de rechtbank van belang dat bij primair besluit II de gehele situatie duidelijk was geworden voor verweerder. Het was voor verweerder duidelijk dat eiseres er alles aan had gedaan om een situatie als deze te voorkomen, door te kiezen voor geverifieerde huur via een bemiddelaar, middels het verkrijgen van een legitimatiebewijs en goede beoordelingen van de betreffende huurster. Ook was de periode waarin sekswerk in het pand werd beoefend relatief kort. Eiseres heeft haar buren direct na het incident ingelicht en openheid van zaken gegeven. Eiseres heeft aangetoond alles te hebben gedaan om recidive te voorkomen en het pand niet langer voor huur aan te bieden op Airbnb. Gelet hierop en gezien de grote impact die de sluiting van het pand op het leven van eiseres op het moment van primair besluit II had, is de rechtbank van oordeel dat in dit geval de belangen van eiseres zwaarder dienden te wegen dan het belang van verweerder bij sluiting van de woning.
Conclusie
8. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien door primair besluit II te herroepen en te bepalen dat verweerder na de spoedsluiting van twee weken van verdere handhaving had moeten afzien. Gelet op de omstandigheden van het geval had het geven van een waarschuwing voor de hand gelegen. Nu eiseres inmiddels is verhuisd is oplegging van een waarschuwing niet meer van belang. Primair besluit I blijft in stand.
9. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.
10. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 4 punten op (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting). Die punten hebben een waarde van € 534,- bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 2.136,-. In wat eiseres heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen aanleiding voor het toekennen van een hogere vergoeding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- voorziet zelf in de zaak door primair besluit II te herroepen en primair besluit I in stand te laten;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.136,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Snel-van den Hout, rechter, in aanwezigheid van mr. F. van Ommeren, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 juni 2021.
de griffier is buiten staat
de rechter is verhinderd te tekenen
Griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Bijlage: juridisch kader
De Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende gemeentelijke regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Artikel 3:5 Vergunning
1. Het is verboden een seksbedrijf uit te oefenen zonder vergunning.
(…)
Artikel 3:11 Intrekkingsgronden
(…)
2. De vergunning kan worden geschorst of ingetrokken:
(…)
h. indien de openbare orde gevaar loopt of het woon- en leefomgeving nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de seksinrichting;
(…)
Artikel 3:11a Sluiten van een seksinrichting
1. Het bevoegd bestuursorgaan kan een seksinrichting tijdelijk of voor onbepaalde tijd voor publiek of algeheel gesloten verklaren, indien het seksbedrijf wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning dan wel een van de in artikel 3:11, tweede lid onder h, i en j, genoemde situaties zich voor doet.
(…)
Het Besluit van de burgemeester van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent prostitutiebeleid 2016 luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
6.1.
Bestuurlijke maatregelen en handhavingstabel
Hieronder staan de handhavingsstappen die voor alle seksbedrijven (activiteit 1 t/m 4) 5 gelden.
Overtreding
Sanctie
1ste constatering
2de constatering
3de constatering
4de constatering
5de constatering
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
Het uitoefenen van een seksbedrijf zonder vergunning, pand voor pand voor 12 maanden 6 maanden waarbij sprake is van een seksinrichting (prostitutiebedrijven, samengestelde inrichtingen). (artikel 3:5, 1stelid van de APV)
Sluiting van het pand voor 3 maanden
Sluiting van het pand voor 6 maanden
Sluiting van het pand voor 12 maanden
-
-
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
(…)
Sluiten van een pand met een woonbestemming
Wanneer een pand met een woonbestemming als bedrijfsmatig prostitutiebedrijf wordt gebruikt, wordt het pand feitelijk niet meer als woning gebruikt en fungeert het pand als een seksinrichting. In hoofdstuk 2, paragraaf 2.1 is al uiteengezet wanneer sprake kan zijn van bedrijfsmatigheid en er dus een vergunningplicht geldt. Bij de beoordeling van de bedrijfsmatigheid van de activiteiten wordt er altijd gekeken naar de feitelijke situatie. Als blijkt dat er sprake is van een illegale situatie vanuit een pand met een woonbestemming, wordt de illegale situatie beëindigd door een sluiting. Het doel van een sluiting is het herstel van de openbare orde, de veiligheid, de woon- en leefsituatie of zedelijkheid door het weren en terugdringen van criminaliteit in en vanuit het pand. Tevens wordt de loop naar een pand voor criminele activiteiten (en het faciliteren daarvan) eruit gehaald. De naamsbekendheid van een pand met een woonbestemming voor dergelijke activiteiten moet worden doorbroken. In principe gaat de burgemeester over tot sluiting van het pand voor de duur van drie tot zes maanden, tenzij er verzwarende omstandigheden zijn of als er sprake is van recidive.
(…)