Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stichting Havensteder,
1..De verdere procedure
- het tussenvonnis van 4 december 2020 en van de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de correspondentie over het uit te voeren deskundigenonderzoek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft de huurder, aangeduid als [eiseres], een vordering ingediend tegen Stichting Havensteder, haar verhuurder, met betrekking tot huurprijsvermindering vanwege schimmel in de woning. De kantonrechter heeft eerder, in een tussenvonnis van 4 december 2020, een deskundigenonderzoek bevolen om de oorzaak van de schimmel vast te stellen. De deskundige, ing. G. Taal van Vanderwal & Joosten, werd benoemd om dit onderzoek uit te voeren. Echter, de huurder heeft niet meegewerkt aan het plannen van een bezoek van de deskundige, wat leidde tot complicaties in de procedure.
De kantonrechter heeft herhaaldelijk geprobeerd om de huurder te motiveren om de deskundige toe te laten, maar de huurder gaf aan dat zij vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder de ziekenhuisopname van haar zoon, geen bezoekers kon ontvangen. Ondanks begrip voor haar situatie, concludeerde de kantonrechter dat de huurder niet voldoende meewerkte aan het onderzoek. Hierdoor kon de vraag naar de oorzaak van de schimmel niet beantwoord worden, wat essentieel was voor de beoordeling van de vorderingen van de huurder.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van de huurder afgewezen, omdat er geen deskundigenrapport beschikbaar was om de claims te onderbouwen. De huurder werd veroordeeld in de proceskosten, inclusief de kosten van de deskundige, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt het belang van medewerking aan deskundigenonderzoeken in civiele procedures.