ECLI:NL:RBROT:2021:6290

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2021
Publicatiedatum
2 juli 2021
Zaaknummer
18-694 FT EA
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de schuldsaneringsregeling met een jaar voor schuldenares in het kader van de Faillissementswet

Op 29 juni 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de schuldsaneringsregeling voor een schuldenares. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling met twaalf maanden verlengd, omdat er verbeteringen zijn waargenomen in het nakomen van de verplichtingen door de schuldenares. De bewindvoerder had eerder geadviseerd om geen schone lei te verlenen, gezien de tekortkomingen in de nakoming van de sollicitatieverplichting en de ontstaan van nieuwe schulden. De schuldenares had gedurende achttien maanden niet voldaan aan de sollicitatieverplichting, maar na de instelling van het beschermingsbewind zijn er verbeteringen zichtbaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares de gelegenheid moet krijgen om haar tekortkomingen te herstellen, zodat zij in aanmerking kan komen voor een schone lei aan het einde van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op vier jaar, ingaande op de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, en deze loopt derhalve tot 20 juni 2022. Gedurende de verlenging blijven alle verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling van kracht. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van mr. T. Mulder, griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verlenging termijn schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 29 juni 2021
Bij vonnis van deze rechtbank van 20 juni 2018 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam 1],
[adres]
[woonplaats] ,
schuldenares,
bewindvoerder: N.L. Menso.

1.De procedure

De bewindvoerder heeft op 18 maart 2021 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 15 juni 2021 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht omtrent de laatste stand van zaken.
De beëindiging is behandeld ter terechtzitting van 22 juni 2021. De bewindvoerder en schuldenares alsmede haar beschermingsbewindvoerder mevrouw [naam 2] zijn verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

De bewindvoerder heeft de rechtbank in haar eindverslag van 18 maart 2021 geadviseerd om schuldenares geen schone lei te verlenen, omdat zij tekortkomingen heeft in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de wettelijke schuldsaneringsregeling. Er zijn gebreken in de nakoming van de sollicitatieverplichting, er zijn nieuwe schulden en er is een boedelachterstand ontstaan. Ook is de informatieverplichting onvoldoende nagekomen. De tekortkomingen zijn in dit eindverslag nader omschreven. Omdat er door het in november 2020 ingestelde beschermingsbewind verbeteringen hebben plaatsgevonden in het nakomen van haar verplichtingen, adviseert de bewindvoerder om de schuldsaneringsregeling met twaalf maanden te verlengen, teneinde schuldenares de mogelijkheid te bieden om de schuldsaneringsregeling te eindigen met een schone lei.
De bewindvoerder heeft de rechtbank in haar bericht van 15 juni 2021 de laatste stand van zaken aan de rechtbank gemeld en deze ter zitting nader toegelicht. De bewindvoerder constateert dat de tekortkoming in de informatieverplichting inmiddels is hersteld, nu het beschermingsbewind is opgestart. Ten aanzien van de sollicitatieverplichting is gebleken dat over meerdere maanden in 2018, 2019, 2020 en 2021 niet (voldoende) is gesolliciteerd. In totaal heeft schuldenares een tekortkoming in de sollicitatieverplichting van achttien maanden laten ontstaan. Inmiddels wordt de sollicitatieplicht wel voldoende nagekomen. Schuldenares stuurt op verzoek van de bewindvoerder haar sollicitatiebewijzen door. Het totaal aan nieuwe schulden bedraagt € 3.254,62. Verder is er een boedelachterstand van
€ 1.597,75, die maandelijks wordt ingelopen door de beschermingsbewindvoerder.
De bewindvoerder heeft verder aangegeven dat schuldenares is aangemeld als gedupeerde van de toeslagenaffaire, maar dat nog niet duidelijk is of zij door de Belastingdienst als gedupeerde zal worden aangemerkt. Tijdens een verlenging van de regeling kan hierover ook meer duidelijkheid worden verkregen. Door de bewindvoerder zal worden verzocht om een verificatievergadering te houden.
Schuldenares heeft ter zitting aangegeven akkoord te gaan met de voorgestelde verlenging van haar schuldsaneringsregeling. Zij wil deze kans graag benutten om haar schuldsaneringsregeling met een schone lei te kunnen beëindigen. Ze stelt dat de verbeteringen zich na het verhoor bij de rechter-commissaris vorig jaar ook daadwerkelijk hebben ingezet, nu zij beschermingsbewind heeft. Ook ontvangt ze inmiddels sollicitatietraining van IJsselgemeenten, en stuurt ze haar sollicitatiebewijzen naar de bewindvoerder. Schuldenares heeft de bewindvoerder per e-mailbericht van 8 december 2020 tevens schriftelijk te kennen gegeven akkoord te gaan met de voorgestelde verlenging van haar schuldsaneringsregeling met twaalf maanden.

3.De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat schuldenares niet alle verplichtingen van de schuldsaneringsregeling naar behoren is nagekomen. Schuldenares heeft immers gedurende een periode van achttien maanden niet naar behoren aan de sollicitatieverplichting voldaan. Bovendien zijn er nieuwe schulden en is er een boedelachterstand ontstaan. Ook is de informatieverplichting, totdat het beschermingsbewind werd ingesteld, niet (voldoende) nagekomen. Niet gebleken is, dat deze tekortkomingen niet aan schuldenares toerekenbaar zijn.
Gelet op de bevindingen van de bewindvoerder en het besprokene ter zitting stelt de rechtbank vast dat er verbeteringen zijn in de nakoming van de verplichtingen. De rechtbank ziet dan ook voldoende aanleiding om schuldenares in de gelegenheid te stellen om de tekortkomingen te herstellen ten einde in aanmerking te komen voor een schone lei aan het einde van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank zal daarom - conform het voorstel van de bewindvoerder - de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengen met twaalf maanden. Gedurende de verlenging zullen alle uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen onverkort van kracht blijven.

4.De beslissing

De rechtbank:
- stelt de termijn gedurende welke de toepassing van de schuldsaneringsregeling van kracht is vast op vier jaar, ingaande op de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 20 juni 2022;
- bepaalt dat gedurende de verlenging alle uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen van kracht blijven.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van
mr. T. Mulder, griffier, in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2021. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.