Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
.
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Vivada Properties VII Rotterdam B.V. en een gedaagde die huurde van Vivada. De eiseres, Vivada, vorderde betaling van een huurachterstand van € 5.009,10, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde had een huurachterstand laten ontstaan van de bedrijfsruimte die hij huurde van Vivada, met een huurprijs van € 1.669,70 per maand. Ondanks sommaties had de gedaagde niet volledig voldaan aan zijn betalingsverplichtingen. De gedaagde betwistte de vordering van Vivada, maar erkende dat er een huurachterstand was, die hij inmiddels had afgelost. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot betaling van de huurachterstand toewijsbaar was, omdat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van de huurtermijnen. De kantonrechter wees de gevorderde wettelijke rente en een deel van de buitengerechtelijke kosten toe, maar wees de vordering tot betaling van toekomstige huurtermijnen af, aangezien deze al voortvloeide uit de huurovereenkomst. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag aan Vivada, inclusief de proceskosten.