In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, een aanbieder van internet- en tv-abonnementen, en een gedaagde, die een abonnement had afgesloten. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente, wegens wanbetaling door de gedaagde. De gedaagde had een internet- en tv-abonnement aangevraagd en ontving op 11 mei 2020 een orderbevestiging, maar heeft de overeenkomst niet binnen de wettelijke bedenktijd van 14 dagen geannuleerd. De eiseres heeft de overeenkomst uiteindelijk beëindigd wegens wanbetaling, nadat de gedaagde in gebreke bleef met het betalen van de facturen die in totaal € 886,46 bedroegen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres haar informatieverplichtingen heeft nageleefd en dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij de overeenkomst tijdig heeft opgezegd. De rechter oordeelde dat de gedaagde gehouden was de facturen te voldoen, omdat de overeenkomst niet was ontbonden. De eiseres had recht op betaling van de facturen, en de kantonrechter wees de vordering tot € 500,00 toe, met wettelijke rente over het bedrag van € 886,46 vanaf de dag van de dagvaarding. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die in totaal € 215,44 bedroegen, plus een bedrag voor het salaris van de gemachtigde.
De kantonrechter wees de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten af, omdat de aanmaning niet voldeed aan de eisen van de wet. De eiseres had de gedaagde niet duidelijk gemaakt dat hij alleen de hoofdsom moest betalen om de buitengerechtelijke kosten te vermijden. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.