In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonplus Schiedam en een gedaagde huurder. De eiseres, Woonplus, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van € 2.861,60, die was opgebouwd tot en met mei 2021. De huurder had de huur niet tijdig en volledig betaald, ondanks aanmaningen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder ernstig tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De persoonlijke omstandigheden van de huurder, waaronder het feit dat zij geen vervangende woonruimte heeft, zijn niet voldoende om de ontbinding te weerhouden. De kantonrechter heeft de vordering van Woonplus toegewezen, inclusief de betaling van achterstallige huur, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De huurder is veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Tevens is de huurder in de proceskosten veroordeeld.