Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het bij parketnummer 10-005712-21 onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van de bij parketnummer 10-323402-20 ten laste gelegde diefstal en partiële vrijspraak voor zover het aanwenden van geweld ten laste is gelegd;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van 100 uur, subsidiair 50 dagen vervangende jeugddetentie, met aftrek van het voorarrest, waarvan 50 uur werkstraf, subsidiair 25 dagen vervangende jeugddetentie, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich dient te houden aan een meldplicht bij de jeugdreclassering, onderwijs en behandeling bij het MFC blijft volgen en inzicht geeft in zijn vriendenkeuze;
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4..Waardering van het bewijs
“laat me je fouilleren”, dat de aangever door de verdachte en medeverdachten is omsingeld en dat de verdachte een Airpod uit het oor van de aangever heeft gepakt. De rechtbank kwalificeert de eerste twee handelingen als bedreiging met geweld, nu voor de aangever een dreigende situatie is ontstaan toen de verdachte en de medeverdachten dicht om hem heen kwamen staan en onder die omstandigheid tegen de aangever is gezegd dat hij zich moest laten fouilleren. Het vervolgens pakken van de Airpod uit het oor van de aangever kwalificeert de rechtbank als een lichte vorm van geweld.
eenrijbewijs en
eenmobiele telefoon
egoed
erenverdachte en zijn medeverdachteanders dan
eenAirpodhouder en
eenpasjeshouder met
dieaan aan [naam slachtoffer 2]
toebehoorden, heeft weggenomen met het
diezich wederrechtelijk toe te eigenen,
envergezeld van geweld en
engemakkelijk te maken, door
teomsingelen en
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
werkstrafvoor de duur van
90 (negentig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
78 (achtenzeventig) urente verrichten werkstraf resteren;
39 (negenendertig) dagen;
40 (veertig) uren, subsidiair 20 (twintig) dagenvervangende jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
€ 650,-- (zegge: zeshonderdvijftig euro),bestaande uit € 300,-- aan materiële schade en € 350,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 35,84 (zegge: vijfendertig euro en vierentachtig cent)en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 650,-- (zegge: zeshonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;